46
Doordat de vijand in het R. vak was doorgedrongen, werd
het noodzakelijk den rechtervleugel van het L. vak benevens
de artillerie en mitrailleurs van dat vak meer achterwaarts in
stelling te brengen, waarna nog getracht werd, met inmiddels
losgemaakte troepen den in het R. vak binnengedrongen vijand
in de flank aan te vallen.
Ruim 3 uur n.m. eindigde ook hier de manoeuvre.
11. Blauw.
Verrichtingen van de 2de brigade.
Te 6.25 n.m- werd van den divisie-commandant het bevel
ontvangen, opgenomen in bijlage LXVI.
Onder steun van de artillerie, opgesteld nabij den N rand van
Sentoel, werd infanterie 1 1 sectie mitrailleurs tegen de roode
troepen in Leuwinoetoek 2 ingezet, terwijl infanterie Vil met 2
sectiën mitrailleurs zou marcheeren over Babakan tjikeas en een
aanval doen op 's vijands rechtervleugel.
Rood week echter spoedig voor den druk van infanterie I, om
later opnieuw weerstand te bieden ter hoogte van Kambing 2.
Aan infanterie VII werd nu opgedragen in N.N.O. richting door
het terrein op te rukken, in de hoop daardoor het terugwijkend
detachement te verhinderen zich bij de verdedigers van Tjibinong
aan te sluiten.
In verband met de groote moeilijkheden van het terrein bleef
echter dit bataljon ver achter en sloot het ten slotte om 10 uur
v.m. weder op den rijweg aan.
Na ook den vijand bij Kambing 2 in de richting van Tjirioeng
te hebben teruggedreven, werd de driesprong te Kaoem bereikt,
K Infanterie I 1 sectie mitrailleurs en 1 batterij artillerie
rukten nu N. waarts op om het défilé nabij Qoenoeng poetri af
te sluiten, doch stieten reeds in den Z. rand van Tjireureup
kaler op een vijandelijke afdeeling. Deze werd teruggedreven,
waarna stelling werd genomen in den N. rand van genoemde
kampong.
In deze stelling werd zwaar artillerievuur ontvangen, waar
door ernstige verliezen werden geleden, zoodat te 12.50 n.m. weer
moest worden teruggetrokken naar de N. rand van Tjireureup,