47
waar inmiddels in de lijn Tjigeger 2 - Tjiteureup, door ter ver
sterking gezonden Mi infanterie VII een opnamestelling was in
genomen. In deze stelling gelukte het, den opdringenden vijand
tot staan te brengen.
Inmiddels was te 10.30 v.m, den commandant van infanterie
II opgedragen met 2 compagnieën infanterie en 1 sectie mitrail
leurs als nieuwe voorhoeden van Kaoem op te rukken in de
richting van Tjibinoeng.
Al dadelijk stiet deze voorhoede op vijandelijke infanterie,
waarom in gevechtsformatie, met 2 compagnieën van de hoofd
macht in 2de linie, in W. richting werd opgerukt tot den W.
rand van Kebon Kopi 3, waar op krachtigen weerstand werd
gestooten.
Eerst nadat 1 balterij artillerie van uit den W. rand van Tji
teureup het vuur had geopend en infanterie II was versterkt
met 1 compagnie infanterie I en 2 compagnieën infanterie VU,
gelukte het den vijand terug te dringen tot achter de Tjikeas.
Pogingen van blauw om de Tjikeas over te trekken werden
door den vijand echter verijdeld, terwijl kort daarop een roode
afdeeling infanterie en cavalerie werd gemeld, oprukkende van.
uit het N. langs het paardenpad Krangan kolot 2 - Djambaten 2
waartegen het noodig bleek ongeveer 2 compagnieën infanterie
en 1 sectie mitrailleurs in stelling te brengen. De batterij artille
rie werd intusschen verplaatst naar hoogtepunt 128.
Tegen 3 uur n.m. ontwikkelde zich tegenover de op den O.
oever van de Tjikeas in stelling zijnde blauwe troepen een aanval,
van Rood, aan welken aanval door het staken der manoeuvre een
einde werd gemaakt.
Verrichtingen van de 4de brigade.
De 4de brigade marcheerde te 7 uur v.m. van Tjiloewar af (zie
marschbevel bijlage LXVII). De actie van deze brigade was er
op gericht om samenwerkende met de 2de brigade, haar eigen
voorwaartsche beweging naar die van laatstgenoemde te regelen.
Dit was mogelijk, doordat de divisie-commandant, die zich
bij de 4de brigade bevond, gedurende den geheelen dag in te
lefonische gemeenschap bleef met den commandant der 2de brigade.