50
tactischen toestand gesteld zooveel mogelijk het spoorwegmate-
riëel te verdeelen, waardoor de kans óp vertragingen bij het vervoer
verminderde, zonder dat de troepen te groote afstanden behoef
den te doorloopen om hunne legeringsplaatsen te bereiken.
Van de roode (N) partij marcheerde de le brigade en daar
de legercavalerie reeds ter plaatse was, was slechts spoorweg
vervoer noodig voor de uit Oost-Java komende bij het vooruit
geschoven detachement ingedeelde batterij berg-artillerie en voor
het detachement Tamboen.
Het vervoer omvatte in hoofdzaak dat
a. van de 2de brigade en de treindetachementen uit Midden-
Java, benevens twee batterijen en een treindetachement uit
Oost-Java naar Tjiandjoer dan wel meer Westelijk (een
batterij was bestemd voor Tamboen),
b. van de 4de brigade naar Paroengkoeda en Tjibadak,
c.van het detachement Tamboen van Meester-Cornelis naar
de halte van dien naam.
De cavalerie-manoeuvres gingen onmiddellijk aan de leger-
manoeuvres vooraf, zoodat het hiervoor benoodigde vervoer op
de heenreis niet samen viel met dat der overige troepen.
De 2de brigade, welke met 2 volledige sectiën verplegings-
trein uitrukte, formeerde den algemeenen trein te Tjiandjoer,
zoodat hiervoor slechts een zeer gering vervoer van materiëel
noodig was.
Behalve de reeds genoemde, moesten bovendien nog eenige
kleine afdeelingen, de manoeuvreleiding en de scheidsrechters
worden vervoerd.
Aangezien het streven moet zijn alles zooveel mogelijk met
de buitengewone militaire treinën te verplaatsen, werden de be
zwaren ondervonden van het feit, dat niet alle onderdeelen der
brigades bijeen, althans in een militaire afdeeling, zijn gelegerd.
Het vervoerplan wordt geheel beheerscht door de beschikbare
hoeveelheid materiëel, althans zoolang deze beperkt is.
Het vervoer moet zoo snel mogelijk plaats hebben, teneinde
de troepen zoo kort mogelijk buiten hunne garnizoenen te doen
verblijven.