55
stuks elk getrokken door 2 paarden). Elke sectie bevatte een
dagration levensmiddelen enfourages met uitzondering van de
versche artikelen (1) en van azijn, boter, klapperolie, peper,
specerijen en thee, welke laatste artikelen voor den geheelen
duur der manoeuvres in den bagagetrein werden medegevoerd.
Bij de brigade waren geen keuken- of filterwagens ingedeeld,
doch geschiedde het koken in z.g. „veldkookgereedschappen".
Bij de 4de brigade was de verplegingstrein verondersteld,
en had de dagelijksche aanvulling van den bagagetrein recht
streeks plaats met behulp van ingedeelde vleesch- en vrachtauto's
van een achterwaarts gelegen station of spoorweghalte.
Voor de -ide brigade werd dit spoorwegdepöt aanvankelijk
ingericht te Tjibadak, doch den 22sten September verplaatst
naar de halte Tjigombong, het, in verband met de vernieling
van de spoorwegbrug aldaar, per trein verst bereikbare punt.
Bij de roode partij had de verpleging plaats op de wijze,
als toegepast bij brigademanoeuvres, dus zonder rekening te
houden met den oorlogstoestand, waartoe te Tjibinong een
magazijn was opgericht en 2 vrachtauto's 'en 1 vleeschauto ter
beschikking waren gesteld voor het distribueeren der levens
middelen en fourages.
Het vooruitgeschoven detachement werd echter tot en met
den 22sten September van uit Buitenzorg voorzien.
Zoowel de troepen van de 4de brigade, als die van de 1ste
brigade en het detachement, waren voorzien van keuken- en
filterwagens.
Bepaald was, dat op den laatsten manoeuvredag het noodration
moest worden genuttigd.
Aan de intendanten van de 1ste, 2de en 4de brigade en van
het detachement van de hoofdmacht waren verplegingstroepen
toegevoegd, bestaande uit personeel der intendance en eenig
Europeesch kader en Inlandsche minderen van de infanterie;
het Europeesch personeel v.z m. op rijwielen.
De indeeling van deze verplegingstroepen bleek in een be
hoefte te voorzien.
(1) brood, vleesch, groenten, kruiden, gras en brandhout.