56 III. Aanschaffing van het benoodigde. Brandhoutligstroo en gras werden plaatselijk bij de bevolking aangekocht. Bij de levering van het gras was bepaald, dat de grassnijders bij de pikolans moesten blijven, totdat het gras in ontvangst was genomen, zulks om z.n. dadelijk over de noodige dragers te beschikken, voor het geval de bereden troepen op eenigen afstand van de plaats van levering zouden worden gelegerd. Dank zij de vele regens gedurende de manoeuvredagen heeft de grasvoorziening geen bezwaren opgeleverd. Brood werd dagelijks aangevoerd uit de militaire bakkerij te Tjimahi. Wat het vleesch betreft, was voor de 2de brigade bepaald, dat de intendant in de behoefte moest voorzien door aankoop van vee ter plaatse, waartoe aan die brigade een veldslachterij was toegevoegd. Gedurende de manoeuvres werd 6 keer geslacht, n.l. 3 keer te Tjiandjoer, eens te Tjimatjan, eens te Sentoel en eens te Tjibinong, eiken keer 8 stuks vee. Voor de overige troepen was een contract gesloten met een aannemer en werd het vee door diens zorg geslacht op de spoorweghalten en te Tjibinong, vanwaar het vleesch per vleesch- auto aan de troepen werd opgezonden. Volksspijs, gebraden gehakt, geconserveerd vleesch en gerookt spek werden verstrekt uit 's Lands voorraden. IV. Uitvoering. Bij de roode partij. Gedurende de manoeuvres had de verpleging geregeld plaats. Bij het vooruitgeschoven detachement, dat gedurende de eerste manoeuvredagen met behulp van vracht- en vleeschauto's van, uit Buitenzorg werd voorzien, is het éénmaal voorgekomen, dat de troep eerst zeer laat kon worden bereikt, doordat de juiste plaats van legering niet bekend wasals gevolg daarvan en van het regenachtige weder kwam het vleesch dien dag bedorven aan Aan de legercavalerie, welke verduurzaamd vleesch had mede-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1917 | | pagina 60