58
toel werd betrokken en de bagagetrein op vrij korten afstand
achter de troepencolonne volgde, kon toch eerst zeer laat met
koken worden begonnen, doordat het brandhout was verzameld
te Babakan madang, van waar het eerst door de militairen moest
worden opgehaald.
Daarbij had de brigade-commandant 's middags te 2 uur de
opdracht van den Leider ontvangen om de draagpaarden van den
verplegingstrein te Soekaradja af te danken, en de daarmede ver
voerde levensmiddelen aldaar onder bewaking achter te laten,
zulks in verband met het feit, dat voor het transport van deze
levensmiddelen dien morgen gebruik was gemaakt van ongeoor
loofde transportmiddelen.
Het gevolg van het afdanken van den paardentrein was, dat
dien avond het daarmede vervoerde verduurzaamde vleesch, waarop
de intendant had gerekend, niet kon worden opgevoerd.
Dientengevolge werd bepaald, dat de troep voor het avond
maal de gedroogde visch van het noodration zou nuttigen.
Intusschen had de commandant van den algemeenen trein op
den 23sten September de uit karren bestaande 2de sectie van
den verplegingstrein, waarbij ook het slachtvee, doorgezonden,
met de bedoeling haar over Tjiloewar langs den landweg naar
Sentoel te zenden. De overgang over de Tji=Keas in dien land
weg bleek echter voor karren niet bruikbaar te zijn, waarom
teruggekeerd en 'te Tjiloewar overnacht werd. Met goedvinden
van den Leider marcheerde deze sectie, voorzien van witte ban
den, den 24sten te 4. uur v. m. over Tjibinong naar Sentoel, waar
zij te 9 uur v. m. aankwam.
Op last van den Leider had in den namiddag de verstrekking
plaats van een extra-ration vleesch om te gebruiken bij het nood
ration, dat gedurende het etmaal van 24 op 25 September moest
worden genuttigd.
Bij de 4de brigade.
De verpleging had bij de 4de brigade zeer geregeld plaats.
Wat betreft het koken in de keukenwagens, werd bij de 4de
brigade een methode gevolgd, waarbij het mogelijk was in één keu
kenwagen voor meer dan 100 manschappen tegelijk eten te koken.
Een en ander geschiedde als volgt
