69 De paarden bepakt als sub a is aangegeven. c. Bij de Legercavalerie, een geneeskundige sectie bestaande uit: 1 officier van gezondheid. 2 ziekenverplegers op rijwielen en de 2 pakpaarden der Cavalerie. d. Voor de mitrailleurcompagnieën, de sectie bergartillerie, de batterij 7 c. M- L/28 V- S. en de sectie 7 c- M. L/28 K- T. L alsmede voor de Staven der Brigades, elk een verbandgroep bestaande uit 1 ziekenverpleger en 2 hospitaalsoldaten (ziekendragers). Voor de samenstelling en uitrusting der seinploegen bij de verschillende korpsen wordt verwezen naar H. O. S. Hfdst. III. Het vuur van een afdeeling Madsengeweren zal worden.gemar keerd, door met één geweer een houder (25 patronen) automatisch vuur af te geven en daarna met den seinspiegel, aangebracht op een naast den geweermitrailleur geplaatste en op hetzelfde doel gerichte karabijn, lichtflikkeringen op dat doel af te geven. Alleen dan, wanneer andere gevechtseenheden uit dezelde stel ling worden beschoten, mag het vuren van één houder losse pa tronen worden herhaald. Is er geen zon, dan wordt het voortgezet vuur gemarkeerd door uit de stelling karabijnvuur door 5 a 6 schutters te doen afgeven, waarbij met een seinvlag voortdurend dubbele slagen worden geseind. Het bepaalde bij 34 punt 7 van het Voorl. Voorschrift Ge weermitrailleur M. 15 (inspuiten met machine-olie vóór het schie ten) moet stipt worden opgevolgd, terwijl een zorgvuldige reini ging na het schieten moet worden betracht. IV. Munitie. De munitie-uitrusting bedraagt: bij de Infanterie: 100 losse patr. per geweer bij den man 4000 losse patr. op 2 draagp. i. d. gev. tr. v. h. bat. 10800 losse patr. per mitr. comp. van 3 sectiën. 20 losse patr. per karabijn bij de mitr. comp.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1917 | | pagina 73