92
De 2de Brigade, zoomede het bij de blauwe partij ingedeelde
XXIste bataljon infanterie waren uitsluitend met draagpaarden
uitgerust.
Bij deze troepen waren geen keuken- of filterwagens ingedeeld,
doch moest in z. g. veldkookgereedschappen worden gekookt.
Op de draagpaarden werd in den verplegingstrein voor één dag
levensmiddelen van Rantjah naar Koeningan medegegeven; overi
gens waren bij de 2de Brigade ook nog vleesch- en vrachtauto's
ingedeeld, welke de benoodigde levensmiddelen eerst van Bandjar
naar Rantjah en vervolgens van Koeningan naar Cheribon moes
ten brengen.
Voorts was bij de blauwe partij een rijdende veldbakkerij aan
wezig, welke achter de troepen der 3de Brigade op een dagmarsch
afstand de beweging zou volgen.
Aan alle brigade-intendanten waren toegevoegd: een magazijn
meester, een conducteur, een of meer magazijnsknechten en enkele
onderofficieren en minderen der infanterie als verplegingstroep;
ook konden zij over het noodige slachterspersoneel beschikken.
Met de zorg voor de verpleging van het detachement Djati-
barang van de roode partij was de intendant der 1ste Brigade
belast; op de verpleging van het XXIste bataljon infanterie werd,
na aankomst te Tjilimoes, toezicht uitgeoefend door den hoofd
officier der intendance bij de leiding. Nadat de 2de Brigade Koe
ningan had bereikt, werd de zorg voor de verpleging opgedragen
aan den intendant dezer Brigade.
III. Aanschaffing van het benoodigde.
Brandhout, ligstroo en gras werden plaatselijk bij de bevolking
aangekocht, padi (of gaba) zooveel mogelijk uit de vele in de
landstreek aanwezige desa-loemboengs. Bovendien was een hoe
veelheid djati-brandhout aan het spoorwegstation der S. S. te
Cheribon opgestapeld, teneinde in de behoefte te kunnen voor
zien, voor het geval na de vereeniging van alle troepen aldaar
met de aanschaffing bij de bevolking bezwaren werden onder
vonden.
Bij de levering van het gras was overeengekomen, dat de gras
snijders beschikbaar zouden blijven, totdat het gras in ontvangst