93 was genomen, opdat zij dit voeder naar de bereden troepen zou den kunnen brengen, indien deze op eenigen afstand van de plaats van levering werden gelegerd. Verder waren op verschillende districts- en onderdistrictshoofd- plaatsen hoeveelheden hooi (van Padalarang betrokken) beschik baar gesteld. Dit hooi was bestemd om te worden verstrekt, indien tengevolge van onverwachte of te late aankomst van bereden troepen er geen gelegenheid meer was om het benoodigde gras door de bevolking te doen snijden of van elders aan te voeren. Aangezien het zich liet aanzien, dat in de omstreken van Che- ribon voor het groote aantal gedurende den laatsten manoeuvre dag aldaar te legeren troepen, geen voldoende gras zou kunnen worden verkregen, werd voor genoemde plaats op een reserve- voorraad hooi gerekend. Over het algemeen genomen is, dank zij de medewerking van de bevolking, overal steeds voldoende gras geleverd. Het voor de roode partij benoodigde brood werd dagelijks uit de militaire bakkerij te Tjimahi per trein naar Cheribon gezonden, en vervolgens per tram of vrachtauto naar de troepen vervoerd. Met de bij de blauwe partij ingedeelde rijdende veldbakkerij was het mogelijk in de geheele behoefte van de bij deze partij be- hoorende troepen te voorzien. Met een aannemer was overeengekomen, dat hij het voor de verstrekking van versch vleesch benoodigde aantal runderen te Cheribon, Tjiamis, Bandjar en Koeningan beschikbaar zou houden. Verduurzaamde levensmiddelen uit de voorraden der intendance werden voor zooveel noodig vóór het vertrek uit het garnizoen ontvangen. Bovendien was een kleine reserve-voorraad daarvan ter voorziening in plotseling opkomende behoefte te Cheribon opgelegd. Voor de plaatselijke levering der overige artikelen was met een aannemer een overeenkomst gesloten. IV. Uitvoering. Bij de Roode Partij. De verpleging heeft gedurende de manoeuvres een geregeld verloop gehad.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 103