113 r
2. De tijdstippen, waarop de verpleging der troepen door de
intendance aanvangt en ophoudt, zijn aangegeven in de ,,Ver-
plegingsnota".
3. De troepen buiten brigadeverband worden voor zoover hun
de vergoeding voor levensmiddelen niet wordt uitbetaald ver
pleegd bij de roode partij door den int. van de 1ste brigade en den
kwartiermeester van het 14de bataljon; bij de blauwe partij door
een der brigade-intendanten, daartoe door den partijcommandant
aan te wijzen (het 21ste bataljon door den kwartiermeester van dat
bataljon).
4. De brigade- en dets.- c.q. partijcommandanten, treffen maat
regelen voor de verpleging van ordonnansen, telegrafisten, schrij
vers, wielrijders, enz., voor zoover zij niet zelf daarin moeten voor
zien uit de hun uitbetaalde vergoeding voor levensmiddelen.
5. De verpleging van het personeel van den geneeskundigen
dienst geschiedt bij de korpsen, waarbij het is ingedeeld.
6. Alleen de ziekenverplegers bij de wagens ingericht tot lig
gend vervoer en bij de ziekenauto's, alsmede het personeel bestemd
voor de brigadeziekenverblijven en dat ter beschikking van den
evacuatiearts, dienen in hun eigen voeding te voorzien.
7. Voor de in de brigadeziekenverblijven opgenomen zieken
wordt behoudens de medegevoerde ververschingmiddeien nog be
schikt over ziekenkost, voor zoover deze plaatselijk kan worden
ingekocht, op dezelfde wijze als geschiedt bij de verstrekking van
ziekenkost in ziekenzalen. Een en ander wordt verantwoord bij
staten model 95.
b. Bij den man wordt meegenomen een noodrantsoen, dat zal
worden verbruikt op de wijze, als is voorgeschreven in punt 95 M.V.
Wanneer is te voorzien, dat het versche vleesch zoo laat zal
aankomen, dat de man het bereide eten niet voor 7 n. kan hebben
ontvangen, moet het verduurzaamd vleesch uit den bagagetrein
worden verstrekt.
Wanneer is te voorzien, dat de bagagetrein zoo laat zal aan
komen, dat de man het bereide eten niet voor 7 n. kan hebben ont
vangen, moet het noodrantsoen verstrekt worden.
9. Het ligt in de bedoeling van den leider om op die dagen,
waarop bijzonder veel van de troepen moet worden gevergd, op
het warmste gedeelte van den dag de manoeuvres te doen 'onder-
%M -
Ind. Milt. Tijdschr.