116
formeerde bagagewagens niet de eerstkomende gelegenheid naar
de gewenschte plaats van inlading verzonden.
14. Het vermoedelijk uur van aankomst der zieken wordt aan
den chef van het station, waar de inlading zal plaats hebben, me
degedeeld.
15. Te Cheribon wordt het op- c.q. doorzenden der zieken
opgedragen aan een evacuatie-arts, waartoe deze voor de tijdelijke
opname van de geëvacueerden in de buurt van het station een
lokaal inricht, tenzij ter plaatse over een behoorlijk ingericht zie-
kenverblijf kan worden beschikt.
16. Aan den evacuatie-arts worden toegevoegd:
een sergeant-ziekenopzichter en
twee hospitaalsoldaten (ziekendragers).
Voorts beschikt hij over 10 stalen veldbedden met helpzeel en
draagstok, verplegingsartikelen, ververschingstartikelen, medicijnen
en verbandmiddelen.
17. De evacuatie-arts, zijn personeel en materieel worden dooi
den gewestelijk eerstaanwezend officier van gezondheid in de 1ste
militaire afdeeling beschikbaar gesteld.
18. Bij het evacueeren van zware zieken behoeft met den denk-
beeldigen oorlogstoestand geen rekening te worden gehouden.
Evacuatie'geschiedt steeds onder geleide.
19. De hieronder volgende hygiënische voorschriften moeten
duidelijk aan den troep worden bekend gemaakt en stipt worden
opgevolgd. Afwijking daarvan worde gestraft.
Bezweet zijnde mag niet onmiddellijk in het koude bergwater
worden gebaad.
De door den chefarts te geven voorschriften voor prophylacti-
sche chinineverstrekking zuilen stipt worden nagekomen.
Tegen het gebruik van ongekookt water en van onrijpe of door
inlandsche verkoopers reeds opengesneden vruchten moet streng
worden gewaakt.
Het deponeeren van vuil buiten de bij het betrekken van het
bivak dadelijk aan te wijzen plaatsen moet met de grootste ge
strengheid worden tegengegaan; aan de bivakwachten moeten ter
zake bijzondere consignes worden verstrekt.
Bij ontstentenis van stroomend water, waarin de faecaliën kun
nen worden gedeponeerd, worden bij aankomst in het nachtbivak: