123
(4). Voor de overige dagen geschiedt de indiening door de
3<wartiermeesters op het uur van fourageèren.
(5). Alsdan zullen telkens de aanvragen worden ingediend voor
de volgende fourageering.
(6). Op de aanvragen moeten de levensmiddelen, welke door
Officieren, onderluitenants, adjudant-onderofficieren, enz. worden
aangevraagd en welke niet bestemd zijn om in den keukenwagen
te worden bereid [zie 11 (6)J, afzonderlijk worden vermeld, met
opgave van de namen en stamboeknummers der aanvragers.
9. Levensmiddelen enz. mede te voeren door de Cavalerie.
(1). Bij de Cavalerie voert de man de levensmiddelen en het
paardenvoeder mede, als is aangegeven in het voorschrift paar
dentuig en bepakking.
(2). Bovendien worden per eskadron op het .pakpaard mede
gevoerd de levensmiddelen, enz. vermeld in de order voor de Ca
valerie No. 41.
(3). Vorenvermelde levensmiddelen en paardenvoeder worden
gedurende de manoeuvredagen verbruikt.
(4). Overigens wordt verwezen naar punt (3) van Hoofdstuk
VIII (Verpleging) van de Order voor de groote manoeuvres.
10. Grasvoorziening voor de Cavalerie.
(1). Gedurende de manoeuvredagen wordt door de niet als
beveiligende cavalerie optredende afdeelingen buiten tusschen-
komst van de Intendance voor paardenvoeder gezorgd.
(2). Op de rustdragen geschiedt zulks door de Intendance, ter
wijl, indien omtrent de legering dezer Cavalerie gedurende de ma-
noeuvredragen bij het Hoofdkwartier tijdig bericht wordt ontvan
gen, ook voor die dagen door de Intendance het benoodigde-paar-
denvoeder op nader aan te geven plaatsen zal worden beschik
baar gesteld.
§7 7. Ontvangst van levensmiddelen enz. door officieren enz.
(1). Door officieren, onderluitenants, adjudant-onderofficieren
en met een zelfstandige betrekking belaste sergeant-majoors dei-
Militaire Administratie kunnen, voor zich, hunne bedienden en
paarden, de onderstaande artikelen worden ontvangen, tegen be-