128 De Scheidsrechters van de Roode Partij onder den Intendant van het troependeel, waarbij zij zijn ingedeeld; terwijl wat.de Blauwe Partij betreft, door den Partij-Commandant zal worden bepaald, welke Intendant met de zorg voor de verpleging van den Divisie staf en van de scheidsrechters zal worden belast. VI. VERPLEGING INGEHUURDE PAARDEN. (Ij. De geleiders der ingehuurde paarden voorzien zelf in hun ne verpleging en in die van hunne paarden. (2). Indien de Brigade-Commandant dit in bijzondere omstan digheden, met het oog op den van de ingehuurde paarden ver langden arbeid, bepaald noodig acht, kan hij den Brigade-Inten dant opdragen per ingehuurd paard een ration padi beschikbaar te stellen tot een hoeveelheid van hoogstens 2 K.G. VII. NOORDRANTSOENEN. (1). Ieder man is voorzien van het voorloopig noodrantsoen, bestaande uit: 0.5 K.G. rijst, 0.005 K.G. thee en voor de Cavalerie 0.15 K.G. gedroogde visch. voor de overige troepen (het gewone) 0.3 K.G. rijst, 0.09 K.G. gedroogde visch, 1 blik verduurzaamd vleesch (N. R.), 1 pak a 8 stuks beschuiten met 0.005 K.G. thee. (2). De waarde van de rijst en gedroogde visch, gebezigd voor de samenstelling van de voorloopige noodrantsoenen, zal, indien deze artikelen tijdens de manoeuvres worden verbruikt, aan de be trokken compagnieën, enz. worden vergoed uit de' aan de troepen toegekende vergoeding voor levensmiddelen. (Zie Hoofdstuk UI 1 en 4 (2)). (3). Indien het noodrantsoen bij den man vóór den laatsten manoeuvredag reeds geheel of gedeeltelijk is verbruikt, zal aan vulling daarvan plaats hebben door de zorg van de intendance. (4). Van de niet verbruikte noodrantsoenen worden de pakken beschuit met thee en de blikjes verduurzaamd vleesch (N. R.) zoo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 138