3 III. Onderstelling. Algemeen denkbeeld. Nederland' is in oorlog met het rijk A (Roode partij). De Nederlandsch-lndische vloot heeft in een zeeslag in de Java- zee zware verliezen geleden en is met de overblijvende schepen Soerabaja binnengevallen, in welke haven zij door een veel sterkere roode scheepsmacht wordt geblokkeerd. Den 15den September landde een onderdeel van de roode troe penmacht in de Mauritsbaai en den volgenden morgen de hoofd macht te Cheribon. De in de Mauritsbaai gelande roode troepenmacht, welke zoo spoedig mogelijk in de richting van Bandjar oprukte, werd den 18den September ten N. W. van Bandjarsari door een bij Bandjar samengetrokken blauwe troepenmacht verslagen en teruggewor pen; in den avond van dien dag was de roode achterhoede Z. O. van Bandjarsari in aanraking met blauwe troepen, in den avond van den volgenden dag Z. van Toenggilis. Van af den dag van de landing worden de voorposten van de roode troepen in Cheribon herhaaldelijk uit de richting van Koe- ningan door blauwe troepenafdeelingen, meest maréchaussee, ge- harceleerd. Bijzondere toestand roode partij. Na achterlating van 1 bataljon infanterie tot rechtstreeksche beveiliging van Cheribon en het dekken van convooien, is de hoofdmacht van de te Cheribon gelande troepen, met uitzondering van de 1ste brigade en /2 eskadron cavalerie den 20sten Septem ber opgerukt naar Torno en Darmawangi, welke plaatsen verwacht worden den 21 sten September te zullen worden bezet. Ter betere beveiliging van de basis en de operatielijn van de hoofdmacht, wordt aan de 1ste brigade, waaraan toegevoegd /2 eskadron cavalerie, opgedragen den 20sten September in zuidelijke richting op te rukken, de harceleerende blauwe troepen, welke vol gens verkenningsrapporten hoogstens 2 bataljons infanterie (w. o. maréchaussee) sterk zijn, te verjagen en daarna tijdelijk Koeningan te bezetten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 13