lijk zal zijn, indien werkelijk belangrijke Roode troepenafdeelingen tot den aanval overgaan. De aandacht moge er echter op worden gevestigd, dat een aanval vooral in het gevorderde middaguur op dezen 300 M. zich boven de omgeving verheffenden heuvelrug niet eenvoudig is en de bezetting door infanterie alleen wellicht geen directe bedreiging voor Koeningan zal worden geacht. Ter wille van een goede samenwerking wordt het commando van het de tachement Lutz en dat over het vooruitgeschoven detachement der lie Brigade op den 22sten in een hand vereenigd, de Commandant van het geheel is voorloopig ter beschikking van den Commandant •der lie Brigade. De terugtocht van het gros van het detachement Lutz is gericht op de 11e Brigade; een deel van het detachement zal echter den opmarsch des vijands in de richting van Tjikidjing zoo lang mo gelijk moeten blijven vertragen, waarbij waarschijnlijk verbinding zal worden verkregen met de verkennende cavalerie der 11e Brigade. In den morgen van den 22sten kan ook de divisie marechausseé van Oost-Java ter beschikking komen van den majoor Lutz. Er bestaat dus kans, dat deze.marechausseé Koeningan niet zal kunnen bereiken, in welk geval zij zuidwaarts (bijv. bij Haoer- Koening) en verder in Oostelijke richting verbinding zullen moeten zoeken met het detachement Lutz op den Pr. Salam (c. q. zuidelijk van dezen heuvelrug). Majoor Lutz zal ten slotte reeds dadelijk en verder naarmate van de behoefte maatregelen hebben te treffen om de bergpaden, welke van af het weggedeelte Tjiporeng (±9 K. M. O. Koeningan) - Koeningan - Kadoegedeh (zie kaart 1:50.000) naar Tjiniroe lei den, door marechausseé-patrouilles (van West-Java) voor de Roo de ophelderingscavelerie af te sluiten (c. q. ook met het oog op den terugkeer van reeds doorgedrongen patrouilles), ten einde op •deze wijze het oprukken der lie Brigade te versluieren. Bedoelde patrouilles moeten weten, dat zij in den morgen van den 22sten bij Tjiniroe vermoedelijk infanterie van de lie Brigade zullen aan treffen, naar welk troependeel berichten omtrent den vijand moe ten worden verzonden. Met betrekking tot de uitvoerbaarheid van den voorgenomen op marsch wordt uit een verplegingsoogpunt nog het volgende aan- veteekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 152