143 ad He Brigade. De verplegingsbasis bij den afmarsch is Bandjar. De verplegingstreinen van het vooruitgeschoven detachement zulten zoolang mogelijk van uit de te Bandjar verzamelde vooi- raden worden aangevuld. Voorloopig zal daartoe de sectie auto-verplegingstrein zich be wegen tusschen Bandjar en Rantjah om de voorraden levensmid delen naar Rantjah op te voeren. De verplegingstrein van het vooruitgeschoven detachement wordt bij aankomst te Soebang afgeladen; de onbeladen paarden keeren daarna (op 21-9) terug naar Rantjah. Op den 22sten zal deze verplegingsafdeeling haar plaats in de treincolonne van de 11e Brigade innemen. De bagagetrein van het vooruitgeschoven detachement haalt, na aflading van een dag vivres te Pinara, vivres te Soebang. Het vooruitgeschoven detachement heeft bij afmarsch van Pinara op 22-9 bij zich: Een noodration bij den man, terwijl een dag vivres enz. in den bagagetrein in volgen. Bij afmarsch van Rantjah op 22-9 heeft de Brigade bij zich: le. Een noodration bij den man. 2e. Een dag vivres enz. in den bagagetrein. 3e. Een dag vivres in den verplegingstrein. ad. Mo Brigade. Verplegingsbasis bij den afmarsch op 20-9 is Tjiamis, blijft voorloopig als zoodanig gehandhaafd. Bij opmarsch van de Brigade naar Kawali - Tjikidjing - Koe- ningan is de aanvulling met auto's van den verplegingstrein ver zekerd van uit Tjiamis (afstand Tjiamis - Koeningan 66 K.M.). Overigens worden te Kawali en Tjikidjing de voorraden gras, brandhout, padi en vee ter plaatse aangevuld. Wordt Koeningan bereikt en blijken daar nog voorraden levens middelen enz. aanwezig te zijn, dan wordt de verplegingstrein ter plaatse aangevuld, anders geschiedt dit door aanvoer van achteren. Voor de broodvoorziening van de 11e en Ule Brigade en verdere details wordt verwezen naar de overgelegde aanvullende Nota van den Partij Intendant. Ten slotte wordt aangeteekend, dat voor eene behoorlijke sa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 153