146
5. De verkennings-Cavalerie van beide Brigades zoo spoedig
mogelijk aan den vijand.
In het algemeen spoedige aanraking te zoeken met het
Detachement Lutz, waarbij op 21-9 1 Esk. Legercavalerie
zich bij de strijderswielrijders zullen aansluiten.
Van de veiligheidscavalerie der 2de Brigade een enkele
patrouille bij het vooruitgeschoven detachement dier
Brigade.
6. Majoor Lutz (zie afzonderlijke instructie) zal met de te
zijner beschikking staande troepen van uit Cheribon op
rukkende Roode troepen tusschen Cheribon, Tjilimoes en
Koeningan zoo lang mogelijk ophouden. Hij zal zoo noodig
teruggaan op den Pr. Salanr (Z. van Koeningan) en dien
vasthouden, onder aanwijzing van eene afdeeling, welke
den vijand bij een opmarsch van Koeningan naar Tjikidjing
blijft observeeren en harceleeren.
De bergpaden tusschen Tjiporong - Koeningan - Kadoe-
gede zullen te beginnen met die Oost van Koeningan reeds
dadelijk en verder tijdig met Marechausseé patrouilles wor
den afgesloten, ten einde de opheldering van den opmarsch
der lie Brigade door den vijand c.q. den terugkeer van reeds
doorgedrongen vijandelijke ophelderingspatrouilles te be
letten.
Berichten van laatsgenoemde afdeelingen omtrent den vijand
zullen in de richting Tjiniroe worden afgezonden.
7. Cmdt. 3de Brigade doet op 21-9 een telef. verbinding leg
gen van Panawangan naar Rantjah.
Van Bandjar langs den marschweg der 2de Brigade naar
het N. zal tijdens den opmarsch door de Telegraaf-afdeeling
der 2de Brigade een telefoonlijn worden gelegd.
8. Treinen (Zie Marschtablau).
9. Ik bevind mij tot den morgen van 21 September te Tjiamis
en begeef mij op dien datum naar Panawangan.
De Divisie-Commandant,
(w. g.) MAC G1LLAVRY.