i 5
het vooruitgaan van de hoofdmacht aan Inf. 1 XX de opdracht
verstrekt om over Sindangkasih te marcheeren naar het heuvel
terrein N. O. van Tjilimoes.
In den N. O. rand van Samporak werd tegen 1.10 n. wederom
tegenstand ondervonden.
De voorhoede, gesteund door 1 sectie Art., opgesteld vlak W.
van paal 12, verdreef om 1.40 n. dezen vijand.
Een batterij werd 2 n. in stelling gebracht op den weg loopende
door den N. rand van Wanajasa ter bewaking van het heuvel
terrein N. O. van Tjilimoes, totdat dit door de eigen Inf. was bezet,
terwijl tegelijkertijd Inf. 3 XII uit de hoofdmacht van af paal 12 over
Wanajasa in" de richting van dat heuvelterrein werd gezonden.
Twee compagnieën vijand. Inf. trokken 2.15 n. terug van Pak-
silaoer naar Tjiawigadjah in voeling met.de roode Voorhoedecav.
Om 2.5 n. was inmiddels bericht ontvangen, dat de R. colonne
Tjilimoes had bezet, zoodat weder de marschcolonne kon worden
geformeerd.
Om 2.40 n. werd te Tjilimoes het legeringsbevel uitgegeven
(Bijlage XVII
De voorposten werden slechts op korten afstand vooruitge
schoven in verband met den toestand van den vijand en omdat
daarvoor minder troepen noodig waren dan voor een opstelling
in de lijn Bandorasa Wetan Sangkanoerip, welke lijn wel wat
veraf was gelegen en een ongunstig beloop heeft.
Voorts mocht als zeker worden aangenomen, dat de vijand tot
den 21 sten 's morgens niet kon worden versterkt.
Van den A. B. (leider) werd des avonds nog het bericht ont
vangen, dat tegen den middag roode en blauwe troepen met el
kaar in voeling waren in de lijn Maratiga Kalipoetjang.
Om 7.30 n. trachtten Mar. afdeelingen, sterk 2 a 3 brigades,
van uit het Noorden het kantonnement te naderen. Zij werden
door 1 sectie veldwacht, geplaatst ter hoogte van den driesprong
in N. rand Tjilimoes, verdreven.
II. Blauw.
Door Majoor Lutz werden op 20 September te 6 v. mondelinge
bevelen gegeven voor een eventueelen terugtocht aan de com
pagniescommandanten van Inf. XXI.