28
Een vijandelijk eskadron, dat van 708 Zuidelijk naar Tji-
tjeuri was uitgeweken, werd door de inmiddels aangekomen di
visie Mar. O.-Java overvallen en ingevolge beslissing van den
scheidsrechter vernietigd.
Bij het verder oprukken langs den grooten weg werd om 1.15 n.
vuur ontvangen, ook uit geweerinitrs., uit den W. rand van Kadoe-
gede. Terwijl een sectie W. Sr. deze afdeeling in front bezig hield,
werd met 2 sectiën W. Sr. en C. 1 gedekt over Noesaherang aan
gevallen. Het gelukte om 1 peloton roode Cav. met Mitrs. sectie en
alle handpaarden op, de aloon-aloon te Kadoegede te verrassen,
waarna onmiddellijk C. 1 werd doorgezonden naar kg. Nangka,
met W. Sr. de N. rand van Kadoegedeh werd bezet en Cav. patrouil
les uitgezonden werden via Nangka naar Koeningan en in N. W.
richting naar Tjiherang.
Daarna kwamen achtereenvolgens berichten binnen, dat Inf. XXI
den Pr. Salam en Nangka had bezet, dat de voorhoede der 3e
Brigade paal 28 had bereikt, dat de divisie Mar. O.-java te Baba
kan 1 bivak zou betrekken en dat de vijand bezet had de lijn Ba-
njoening Z. rand Tjipondok en met 2 bataljons Inf. met Veld-
art. te Koeningan bivakkeerde.
Van deze gegevens werd om 5.20 n. een verzamelbericht op
gemaakt voor den commandant der blauwe Divisie, tevens onder
mededeeling, dat Legercav. en W. Sr. zouden bivakkeeren te Ka
doegede met W. Sr. op voorposten en dat het in het voornemen
lag met het detachement Rauh Z. om den Pr. Salam heen naar den
weg Tjilimoes Koeningan door te dringen in den rug van den
vijand.
Dit bericht werd 6 n. verzonden. Dienzelfden avond kwam nog
de mededeeling binnen, dat een vijandelijk eskadron te Darma bi
vakkeerde, terwijl om 7 n. de commandant van de 3e Brigade te
Kadoegede aankwam en mededeelde, dat hij voornemens was op
22 September 's vijands rechtervleugel aan te vallen.
c. Verrichtingen van de 3de Brigade.
Het marschbevel, uitgegeven op 20 September 5 n. (Bijlage
XXVII), werd naar aanleiding van het^bericht, dat het detachement
Lutz was teruggegaan op Tjilowak, dat vijand. Cav. zich te Koe
ningan bevond en de eigen verkennende Cav. den nacht door-