29
bracht te Windoesari (Z. W. van Kadoegede), nader aangevuld
met de order, dat de autotractie-batterij zou marcheeren tusschen
hoofdmacht en B. T.
Om 9.7 v. stuitte de Cav. spits der voorhoede bij Tjihirip (zie
Overzichtskaart) op een Cav.patr. van 4 man, die verdreven werd.
Aan de Inf.-korpsen van de hoofdmacht werd daarop opgedragen
elk een vlotte sectie gereed te houden voor een eventueel onmid
dellijke actie tegen vijandelijke afdeelingen in het zijterrein.
De officierspatr., uitgezonden om den weg -ó- 473 Tjikon-
dang Tjikidjing te verkennen, berichtte om 9.45 v., dat deze
weg onbegaanbaar was voor Veldart. en voertuigen en dat een
Cav. patr. van uit kg. Tjinjasaq in N. richting was teruggetrokken.
Inmiddels was om 9.20 v. een bericht gezonden aan het de
tachement Lutz, waarin de mededeeling, dat de ritmeester Dinger
als berichtofficier van de 3de Brigade zich bij dat detachement zou
voegen en dat de 3de Brigade dien dag Tjikidjing zou bereiken
en eventueel een stelling zou inrichten ongeveer bij pl. 28 W. van
Koeningan.
Tegen 11.30 v. werden 12 afgezeten ruiters ontdekt 100 M.
O. van kg. Tjimenga 2, waarop 1 sectie van de voorhoede werd af
gezonden ter verdrijving.
Nadat in verband met de te verwachten moeilijkheden voor de
voor den marsch naar Djagara bestemde colonne een rust was
gehouden bij Tjinjasaq van 1 f2 uur, werd doorgemarcheerd met
de voorhoede langs den weg Tjinjasaq Kertawirama met Inf.
XIII langs den weg -ó- 473 Tjikidjing en de rest langs een groo-
ten weg naar Tjikidjing. Voorts werd bepaald, dat het gedeelte
van den G. T., dat den marsch naar het N. niet kon volgen, te
Tjinjasaq zou blijven onder dekking van 1 sectie Inf. XIII om bij
den B. T. aan te sluiten; deze sectie zou tevens de treinen van
de voorhoede dekken bij hunnen marsch van Tjikidjing naai
Djagara.
De voortroep trof bij driesprong Tjimenga 2 de Cav.-spits aan,
aan wie hef gelukt was 11 handpaarden en 7 geleiders van een
een vijand, officierspatr. te verrassen en gevangen te nemen. Na
dat deze aan den voortroep waren overgegeven, ging de Cav. door -
in de richting van Tjager.
In den loop van den middag kwamen van de verkennende en