37
De genietr. lieten de ijzeren bruggen in den weg Tjipondok
Koeningan W. springen.
Inf. 4 XI, die intusschen den W. rand van Koeningan W. had
bezet, wist de uit Djirat oprukkende vijand, bataljons krachtig het
voortgaan te beletten.
2.10 n. werd van deze compagnie het bericht ontvangen, dat
zij een aanval van overmachtige vijand. Inf. had afgeslagen.
Door het standhouden van deze compagnie was het mogelijk
de geweermitrs. en Inf. afdeelingen benevens 1 compagnie Inf. XVI,
die den grafheuvel bij Koeningan W. had bezet, op paal 23 te doen
teruggaan.
lnf. 4 XI werd, na nog 15 minuten te hebben stand gehouden,
buiten gevecht gesteld.
Ingevolge reeds aan den commandant van Inf. XI gegeven be
velen werd verder teruggetrokken naar Djalaksana.
Om 3.15 n. waren alle troepen uit het voorterrein den heuvel bij
paal 23 gepasseerd en werd met \/2 compagnie Inf. XII en één
sectie Mitrs. als achterhoede in de richting van Koeningan ge
marcheerd.
Aan Inf. 4 XVI, waarbij een sectie Mitrs., die aanvankelijk den
grafheuvel bij Koeningan W. had bezet, werd opgedragen om in
den Z. W. rand van Koeningan O. stelling te nemen en een door
dringen van den vijand langs die zijde op te houden, omdat bij
den commandant van de achterhoede het bericht was binnenge
komen, dat de vijand met een groot deel zijner macht meer O.
waarts was omgetrokken.
Inf. 2 XVI (bezetting opnamestelling op heuvel bij paal 23) was
niet meer in staat zich op den marschweg aan te sluiten en was
teruggetrokken in N. richting over Tjigoegoer.
Van de 2 compagnieën van Inf. XII, die om 9.40 v. de opdracht
hadden gekregen om van Pr. Salam terug te marcheeren naar
-ó- 510, kreeg /2 compagnie van den Brigadecommandant het bevel
om stelling te nemen a cheval van het paardenpad Kadoegede
Nangka, juist W. van laatstgenoemde kampong, teneinde een eveu-
tueelen terugtocht van de bezetting van Pr. $alam te dekken.
Een y2 compagnie werd voor dat doel voldoende geacht met
het oog op hare gunstige opstelling en de omstandigheid, dat be-