49
Op 22 September te 10 n. kwam van den Leider het volgende
bericht binnen.
,,Het vijandelijk detachement van de Mauritsbaai blijft met een
teel zijner troepen in de lijn Maratiga Kalipoetjang stand hou
den. Het detachement Tjilatjap* demonstreert daartegen.
De vijandelijke hoofdmacht, hoogstens 2 Brigades sterk, bezette
heden Legok en Tjonggeang. Onze 4de Brigade* trok, na eenigen
tegenstand te hebben geboden Oostelijk van Paseh, in goede orde
op de Soemedangstelling terug, eenige afdeelingen in het voor
terrein van die stelling achterlatende.
Alle beschikbare, geoefende reserves worden ter versterking van
de Soemedangstelling daarheen opgezonden. Vooruitgeschoven
troepen van de 1ste Brigade* ontruimden, bij het oprukken van een
vijandelijke macht van minstens 1 Brigade sterk, de Sangiang Beu-
heung, waarna de vijand Tjadasngampar en Soedapati bezette.
Het detachement Batavia*, met uitzondering van de 2 compag
nieën bij Telaga*, marcheerde nog hedenmiddag af naar Tjileng-
krang.
De vijandelijke cavalerie bij Madja houdt het terrein ten Zuiden
van die plaats vast. De 2 compagnieën van het detachement Ba
tavia* hebben een stelling ingericht ten Noorden van Kg. Sitoesari
en bestoken de vijandelijke cavalerie voortdurend met gecombi
neerde cavalerie en infanterie afdeelingen.
De vijandelijke afdeeling bij Djatibarang verjoeg onze vrijwil-
ligers*-afdeeiingen en bezette de bruggen bij die plaats".
23 September.
1. Rood.
Verrichtingen van de 1ste Brigade na 5 n.
Het bevel voor het betrekken van de gevechtsvoorposten, dat
in werkelijkheid den 22sten September bij paal 21 N. van Koeningan
om 3 n. zou zijn uitgegeven, werd te Djalaksana den 23sten Sep
tember om 4 n. uitgevaardigd (Bijlage XXXVI).
Naar aanleiding van de uit Legok den 23sten September 6 n.
uitgevaardigde instructie (Bijlage XXXVII) voor den commandant
Ind. Milt. Tijdschrift. 4