51
grooten weg, tenzij de tactische toestand noopte tot teruggaan over
Bindangbarang en Singkoep.
Van de officierspatr. Rantjah werd nog bericht ontvangen, dat
22 September 7 v. 1 bataljon vijand. Inf. in N. richting van Soebang
naar Pinara oprukte en dat nog meerdere afdeelingen werden waar
genomen, toen de patr. werd verdreven.
II. Blauw.
Van 22 September 4 n. tot 23 September 5 n. werd de oorlogs
toestand opgeheven. Op laatstgenoemd uur moesten de voorposten
uitgezet zijn en konden weer ondernemingen tegen den vijand
worden begonnen.
Van Inf. XXI kwam een compagnie op voorposten te Goenoeng-
keling om 5 n. van den 23sten September; bij aankomst aldaar
werd een bataljon Int. opgemerkt, dat naar dat punt marcheerde.
De scheidsrechter besliste, dat de blauwe compagnie terug moest,
maar dat Inf. XXI met de 2 divisiën Mar. tot den aanval op Goe-
noengkeiing konden overgaan. Dit geschiedde dan ook. De Divi
siecommandant had inmiddels order gegeven Inf. XIII als steun
den aanval te doen medemaken; dit laatste bevel werd door den
oudsten scheidsrechter opgeheven, aangezien aangenomen werd,
dat Inf. XIII in hoogst vermoeiden toestand te Koeningan was
aangekomen. De aanval van Inf. XXI werd beschouwd als te zijn
afgeslagen, en trok dit bataljon met de divisiën Mar. terug naar
Tjigoegoer, alwaar bivak werd betrokken met afsluiting van de
wegen naar het N. W., N. en O.
Van de divisiën Mar. waren echter 5 brigades niet meer te be
reiken en hebben deze den geheelen nacht den vijand geharce-
leeid. In den nanacht van 23 op 24 September werd van die af-
deeüng bericht ontvangen, dat zij y2 peloton Cav. met 1 com
pagnie Inf. in Padjambon had overvallen; hiervan was /2 com
pagnie Inf. naar Paloetoengan uitgeweken; voorts dat zij Gan-
dasoli, waarin 1 compagnie Inf., had overvallen en Goenoeng-
keüng door 1 compagnie Inf. bezet had bevonden.
Inmiddels was de Cav. ter verkenning uitgegaan. Deze afdee
lingen stelden vast, dat het kampongcomplex Djalaksana door den
vijand bezet was met voorposten in den Z. rand Kroetjoek 1
Tjikasoh. Wegens gebrek aan tijd bij het invallen van de