56
„Dek sectie Vd. A. op T. 206 tijdens haren terugtocht naar
grooten weg bij -ó- 520. Daarna ingedeeld bij de achterhoede met
opdracht tevens verbinding te zoeken met Inf. XVI en Inf. XX."
9 v. aan Inf. 2 en 4 XI:
„Terugkeeren naar -ó- 520 en met de haar aanwezige l/2 com
pagnie afmarcheeren richting Tjilimoes met /2 compagnie Inf. XI
en y2 sectie Genietr. in de voorhoede, Inf. 3 XI opdragen een
opnamestelling in te nemen in den Z. rand van Bandorasa Wetan."
9.35 v. aan commandant R. vak:
„Inf. XVI doen teruggaan langs opgegeven terugtochtsweg"!
9.50 v. aan commandant L. vak:
„Trek met 1 stuk Vd. A. terug langs aangegeven marschweg."
|De marschcolonne werd voorts geformeerd en aan Inf. 3 XII en
i sectie Mitrs., die een opnamestelling hadden ingenomen in Sada-
mantra, om 9.45 v. opgedragen met R. H. 3e esk. en f2 sectie
Genietr. als achterhoede te volgen, zoodra de in den Z. rand van
Kroetjoek 1 achtergelaten Inf. 1 XII zou zijn gepasseerd.
Vanwege gebrek aan verband tusschen de compagnieën van Inf.
XVI, gingen de le en 4e compagnie van Padjambon terug op W.
rand Gandasoli, teneinde verbinding te zoeken met den bataljons
commandant, instede van N. waarts over Sombawa terug te trekken.
Deze 2 compagnieën bleven in den W. rand van Gandasoli en
Inf. 2 XVI in den Z. rand van Kroetjoek 1 te lang staan, geraakten
tusschen afdeelingen van de blauwe partij en werden buiten ge
vecht gesteld.
Toen dit den Brigadecommandant bekend werd, moest hij zijn
aanvankelijk voornemen opgeven om Inf. XVI, waarvan de B. T.
naar Tjilimoes was gemarcheerd, richting Mandirantjan te doen
terugtrekken.
Toen het bevel voor de ontruiming van het L. vak den vakcom-
inandant bereikte, was hiermede reeds een begin gemaakt.
Tijdens den terugtocht vervolgde de vijand niet krachtig; nabij
Singkoep werd de vervolging gestaakt en om 12.30 n., zooals was
gelast, de O. rand van Panaoewan bezet.
De compagnie uit Z. rand Tjikasoh met 1 sectie Mitrs. bezette
den Z. rand van Sangkanoerip, waar tevens een batterij Vd. A.
een stelling had ingenomen.