57
Op den W. vleugel werd alleen door Inf. 3 XVI (waarbij de ba
taljonscommandant) en de geweermitrs. om 9.36 v. uit Gandasoli
teruggetrokken in de richting van Sombawa.
In den Z. rand van Tegaldjoegoet nam Inf. 3 XVI nog stelling
om den terugtocht van Inf. 2 XVI te dekken.
Toen deze compagnie niet verscheen, werd de terugtocht in N.
richting voortgezet en in Z. rand Sombawa nogmaals stelling ge
nomen, toen vuur in Z. W. richting werd gehoord.
Aangezien het vuren in Z. en Z. O. richting meer en meer nabij
kwam, nam de bataljonscommandant, teneinde niet te worden af
gesneden, het besluit om af te marcheeren; om 1.10 n. werd de Z.
rand van Bandorasa Wetan bereikt, waar de opdracht van den Bri
gadecommandant werd ontvangen om na aantrekking van de al
daar aanwezige Inf. 3 XI, N. waarts en daarna O. waarts te mar
cheeren en bij Giboek 1 aan te sluiten op den grooten weg, van
waar naar Beber 1 moest worden teruggetrokken.
12.15 n. werd aan den commandant van Inf. XII opgedragen met
2 compagnieën Inf. en 1 sectie Mitrs. zoomede ]/2 pel. Cav. een
opnamestelling in te nemen in het heuvelterrein N. van Tjilimoes
a cheval van den grooten weg.
Tevens werd dien commandant opgedragen om, nadat hij zijn
geheele bataljon zou hebben vereenigd en nadat daaraan, behalve
vorengenoemde hulpwapens nog 1 batterij Vd. A. zou zijn toege
voegd, bij een eventueelen terugtocht terug te gaan op Mandiran-
tjan en verbinding te zoeken met de 4de Brigade.
Toen het bleek, dat de B. T. van Inf. XII, waaraan was gelast
van Bagong terug te keeren naar Tjilimoes, niet tijdig terug kon
zijn in den N. rand van Tjilimoes, teneinde richting Mandirantjan te
kunnen afmarcheeren, werd geheel afgezien van het aanvankelijk
plan om 1 bat. Inf. op Mandirantjan te laten terugtrekken
Intusschen waren Inf. 3 XII met 1 sectie mitrailleurs en, in strijd
met de bedoeling van den Brigadecommandant (1), ook 1 batterij
Vd. A. in stelling gekomen op den heuvel W., Inf. 2 XII op den
heuvel O. van den weg naar Cheribon, nabij den viersprong in den
N. rand van Tjilimoes.
(1) Een voorafgaande verkenning had n. 1. uitgewezen, dat ter plaatse
geen loonend schootsveld voor Art. aanwezig was; bovendien bestond groot
gevaar, dat Art. bij het verlaten van de stelling onder Inf. vuur zou komen.