60
Indien de vijand den 25sten September met kracht optrad, zou
<le kans om het heuvelterrein Z. van Cheribon te behouden, met
vasthouding tevens van den toegang Tjomberan Kalitandjoeng
Cheribon, totdat de 4de Brigade zou zijn aangetrokken tot het
doen van een aanval in 's vijands L. flank, gering zijn te noemen.
In verband hiermede waren de bevelen er op gebaseerd, dat
door de 1ste Brigade zou worden teruggetrokken op den Z. W. en
Z. rand van Cheribon en door de 4de Brigade van uit het complex
Dawoean een aanval zou worden gedaan op 's vijands L. flank.
Omstreeks 11 n. werd van de 4de Brigade het bericht ont
vangen, dat zij den 24sten Palimanan had bereikt, terwijl het
verkenningsdetachement van deze Brigade, sterk 2 compagnieën
Inf. en 1 peloton Cav., te Bobos was aangekomen.
Het detachement Djatibarang had volgens hetzelfde bericht te
Ardjawinangoen nachtkwartier betrokken.
Van de officierspatr. Rantjah werd 6.55 n. nog het bericht ont
vangen, 24-9-17 10.15 v. afgezonden van Tjiniroe, dat dien dag
tusschen 6 en 8.30 v. een colonne, sterk 3 bataljons Inf. met
vele pakpaarden uit Tjiniroe, gaande richting Longkewang, mar
cheerde.
Ten slotte ontving de Brigadecommandant van den A. B. nog
de mededeeling, dat van het detachement Mauritsbaai 2 bataljons
tegenover den vijand waren gelaten en 1 zeer verzwakt bataljon
te Parigi; met 3 zwakke bataljons en hulpwapens was zonder
tegenstand te ontmoeten opgerukt naar Tjikatomas, terwijl den
25sten naar Soekaradja zou worden gemarcheerd en aldaar een
rustdag gehouden.
b. Verrichtingen van de 4de Brigade en het
Detachement Djatibarang.
De 4de Brigade werd op 23 September te Kadipaten geformeerd
en ontving aldaar om 5.30 n. de in Bijlage XXXVII opgenomen
instructie, waarin tevens de opdracht van het detachement Djati
barang was vervat. Te 9.50 n. werd het bevel (Bijlage XXXVIII)
van den commandant der 1ste Brigade ontvangen, naar aanleiding