64 De L. colonne werd om 9.15 v. door den Divisiecommandant op de hoogte gesteld van de opstelling en voornemens der R.colon ne om 8.50 v. (zie Bijlage XLVI). Om 9.45 v. was de toestand bij de L. colonne als volgt: Afdeelingen der voorste compagnie waren tot in den N. rand van Qandasoli doorgedrongen; een sectie op den rechtervleugel was buiten gevecht gesteld. Aan andere Inf. afdeelingen waren in dien kampong, tengevolge van een tegenstoot van den vijand, zware verliezen opgelegd. Van het oprukken van de R. colonne tegen Kroetjoek 1 was niets bemerkt. Van de Art., die last had gekregen om zich naar Qandasoli te begeven, was bericht gekomen, dat zij door vijand. Inf. in den Z. rand van Kroetjoek 1 ernstig werd be dreigd en dringend om steun verzocht. Op grond van een en ander besloot de colonne-commandant om van zijn opdracht af te wijken en met 3 compagnieën in ge vechtsformatie op te rukken in O. richting naar Kroetjoek 1, ter wijl 1 sectie daarvan in stelling bleef in den N. rand van Qandasoli. Terwijl men bezig was aan dit bevel uitvoering te geven, ver scheen de commandant der 2e Brigade ter plaatse, die na zich op de hoogte gesteld te hebben van den toestand, het commando op zich nam (10.50 v.), doch de reeds ingezette actie niet meer kon stuiten. Deze autoriteit was om 6 v. van Tjiniroe vertrokken (zie hier voor), had zich om 9.40 v. gemeld bij den Divisiecommandant na bij pl. 18 en was daar op de hoogte gebracht van toestand en voornemens. Bij'het oprukken bleek het terrein in Qandasoli en verder O. waarts in Kroetjoek 1 voor het in verband oprukken zeer moei lijk te wezen. Van het rijpad, dat uit Z. richting naar -i- 557 loopt, werd gebruik gemaakt om het verband te herstellen, 'waarna nog 200 M. in O. richting werd opgerukt. Hier werden bevelen ge geven om in N. richting te verzamelen op het rijpad, dat van -ó- 557 naar het O. loopt. Van den vijand werd niets anders bemerkt dan 1 compagnie Inf., die teruggedreven werd, terwijl van de R. colonne niets werd be speurd. Een Cav.patr. werd uitgezonden om verbinding te zoeken met de Mar. Om 11.10 v. werd van den Divisiecommandant de mededeeling

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1918 | | pagina 74