6 andere niet minder belangrijke deelen van haar taak (beveiliging, berichtendienst, enz.). Het gebruik van vliegtuigen voor den waar- nemingsdienst zal echter eerst ten volle tot zijn recht komen, als aan de toepassing der fotografie een ruime plaats worde in geruimd. Ditzelfde geldt voor de aan de artillerie toegevoegde vliegtuigen. 2e. De vliegafdeelingen van Leger en van Alarine behooren fototechnisch op onbekrompen wijze te worden uitgerust met het beste materiaal, dat bestaat. Alle verken nings - vliegtuigen behooren uitgerust te zijn met camera's, waaronder ook met auto matische werking. Zelfs als het vliegtuig alleen plaats biedt voor den bestuurder, blijft fotografische waarneming in bepaalde ge vallen mogelijk. 3e. De waarnemers bij den vliegdienst dienen alle geoefend te worden in het gebruik van de camera's en moeten leeren hunne eigen foto's zelf te ontwikkelen, o. a. om een oordeel te kunnen vellen over den belichtingstijd. 4e. Het interpreteeren van luchtfoto's aan de hand van de bestaande militaire kaarten behoort toevertrouwd te worden aan volkomen deskundig personeel. 5e. Aan den staf van elke brigade (of divisie) worde in oorlogstijd het noodige topografische personeel toegevoegd (offi cieren, enkele opnemers en teekenaars) waaraan, behalve dead 4 omschreven taak, tevens worde toevertrouwd het samenstellen van kaarten op groote schaal van gedeelten van het gevechts- veld (1: 10.000, 1:5.000) zoodra daaraan behoefte bestaat. Aan deze conclusiën meen ik nog een raad te moeten toevoe gen, en wel met betrekking tot de door mij aanbevolen ruime lototechnische uitrusting, nl. om te waken tegen dilettantisme. Tijdens den oorlog was voor de betrokken staten de factor „geld" van ondergeschikte beteekenis, dus geheel anders dan bij ons vooral op het oogenblik. Aan beide zijden zijn dan ook schatten besteed aan proefnemingen op technisch en optisch ge bied, in Duitschland bv. beschikken de groote firma's zooals Carl Zeiss in Jena, Qoerz in Berlijn en Gustav Heyde in Dresden, over een schat van ervaring, die wij ons ten nutte kunnen maken. Alzoo behoort als gedragslijn te worden voorgeschreven: geen onnoodige proeven nemen, maar gebruik maken van beproefd materiaal en vooral van geroutineerd personeel, dat met de be handeling volkomen vertrouwd is. Tegen het aannemen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1921 | | pagina 10