4 juistheid te onderkennen. Die gegevens werden nu in de be staande kaarten ingeteekend. In de „Revue Militaire Générale" van December 1919 vinden we een interessant artikel over de ontwikkeling tijdens den oorlog van de „Service des renseignements." Ook daar vinden we de klacht terug dat in de gevechtsbevelen de mededeeling van hetgeen van den vijand bekend is, zich voorheen in den regel beperkte tot enkele algemeenheden en daarna hooren we een zucht van voldoening, dat de luchtfoto redding kon brengen. Alzoo eene bevestiging van wat zoo even over de luchtverken- ning door mij werd gezegd. Maar uit het bewuste artikel zien wij nog iets anders, nl. dat de Franschen, m. i. zeer terecht, het interpreteeren van de door luchtverkenning verkregen terreingegevens en het verbeteren van de kaarten aan de hand daarvan, hebben toevertrouwd aan vol ledig bevoegden, nl. aan officieren-topografen. Ook bij ons behoort dit m. i. als beginsel te worden aanvaard. Aan de fototechnische afdeeling van de vliegafdeeling worde bij mobilisatie en evenzoo bij groote manoeuvres en brigade manoeuvres een tweetal officieren van den topografischen dienst met het noodige hulppersoneel toegevoegd. In gewone omstan digheden kan, naar het mij voorkomt, de tewerkstelling van een enkelen topograaf bij de vliegafdeeling als nuttig worden beschouwd. Ook het maken van schetsen of verbeteren van topografische kaarten aan de hand van de luchtfoto's is een werk, dat voorbe reiding en oefening vereischt. Het genoemde artikel bevat ook verder belangwekkende bij zonderheden, waarvan ik een enkele hier onder Uwe aandacht wil brengen. In den loopgravenstrijd aan het Westfront kwam men al vlug tot het resultaat, dat de stafkaarten op 1 80.000 niet meer bruikbaar waren door de te kleine schaal en kwam de vraag naar gedetailleerde kaarten op 1 20.000 en 1 10.000 en van som mige belangrijke deelen van het labyrint zelfs op 1 5.000. Dit gaf aanleiding tot de oprichting per divisie van een topografische sectie onder commando van een officier. Per armeekorps een andere sectie, die tevens tot taak had het verwerken van lucht foto s en die in nauwe samenwerking bleef met den verken- ningsdienst der artillerie. Bij den grooten generalen staf ten slotte een afzonderlijke topografische afdeeling, die de samenstelling van de zoo belangrijke vuurkaarten voor de legerkorpsen tot taak kreeg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1921 | | pagina 8