5 Uit het artikel van den commandant COLIN en evenzoo uit andere publicaties van Duitsche zijde, o. a. het Kriegsvermes- sungs-Vorschrift van 1 Februari 1917, dat ik hier voor mij heb liggen, blijkt duidelijk, welk een belangrijke taak in oorlogstijd is weggelegd voor geroutineerde topografen. De opgedane erva ring zullen wij m.i. ook hier in Indië ons ten nutte kunnen ma ken, door nl. bij de oorlogsindeeling te rekenen op toevoeging aan de staven van het noodige topografisch personeel. Thans is voorgeschreven, dat bij mobilisatie de topografische dienst als zoodanig wordt opgeheven en de officieren worden ingedeeld bij het depot van het wapen, waarvan zij afkomstig zijn. Die bepaling heb ik altijd eenigszins als eene vernedering gevoeld, ik mag dat hier wel eerlijk bekennen, en wel omdat wij in den regel bij ons wapen na zoovele jaren afwezigheid min of meer als „non-valeurs" zullen moeten worden beschouwd, wat wij ons verbeelden in werkelijkheid niet te zijn. 't Ligt dan ook voor de hand, dat het mij een groote voldoening zou zijn, als zou kunnen worden verwezenlijkt, dat van de topografische ervaring van ons personeel in oorlogstijd meer profijt wordt getrokken dan thans het geval l<an zijn. Thans een enkel woord over de waarneming van artillerie vuur uit vliegtuigen. Zoolang het geldt het regelen van de baan, het zoeken van den artiileristischen afstand, is men uit den aard der zaak aangewezen op persoonlijke waarneming. Afaar voor het bepalen van de artilleristische doelen, voor het vaststellen van de plaatsen waar de vijandelijke batterijen met hunne treinen zijn opgesteld, van het opsporen van de lijnen waarlangs de munitie wordt opgevoerd, kan de foto uiterst waardevolle dien sten bewijzen. Ten slotte is het cliché, en vooral het stereosco pisch beeld, in staat ons een betrouwbaren indruk te geven van de uitwerking van een vuur, hetgeen van invoed zal zijn op de verdere maatregelen. Het tot dusverre meegedeelde voorloopig samenvattende, kom ik tot de volgende conclusiën le. De strategische ophelderingsdienst behoort te worden beschouwd als de taak van den Vliegdienst, en niet langer als die van de cavalerie ock voor den verkenningsdienst op korte- ren afstand kan deze dienst voor een groot deel het werk van de cavalerie overnemen. Onze naar verhouding zoo zwakke ca valerie zal daardoor beter in staat zijn zich te wijden aan de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1921 | | pagina 9