101 terwijl verder de kans op slecht weer grooter werd, naarmate het jaar getijde vorderde. Daarentegen beschikte men over meer ervaring en waren de vele baaien langs de kust bovendien beter tegen slecht weer gedekt. Het waren dezelfde, die bij de landing reeds genoemd zijn. In W baai waren eenige ge zonken schepen goede golfbrekers. Mortobaai was zeer goed in alle weers omstandigheden, doch lag binnen bereik van 's vijands artillerie. De te ontruimen linie liep van Fuseliers Bluff (aan vele punten waren door de Engelschen namen gegeven in hun eigen taal) tot de Kerevez Dere en kon als het ware evenwijdig terug geschoven worden. Het bestaande loopgravenstelsel vormde reeds uit zich zelf dé noodige achter elkaar ge legen weerstandslijnen. Natuurlijk werden soortgelijke maatregelen1) genomen als reeds bij Suvla en Anzac gebleken waren goede voorzorgen te zijn. Men begon in de nachten van 1/2 en 2/3 januari de Fransche troepen weg te nemen wat practisch op een aflossing neer kwam, waarbij het Fransche slagschip Suffren in het donker op een Èngelsch paarden-transport- schip liep. Het gevolg was, dat een 1000-tal paarden niet konden worden ingeladen bij gebrek aan scheepsruimte en afgemaakt moesten worden. Het verloop der Hellas-ontruiming laat zich in het kort als volgt schetsen. Toen de generaal Monro op 28 December de order ontving om het geheele schiereiland te ontruimen, werden het eerst de laatste Fransche afdeelingen terug genomen, om een gesplitste bevelvoering te vermijden. Allereerst werd de artillerie met de munitie teruggevoerd en werden tegelijk overal voorbereidingèn getroffen voor het troepen embarkement. Voor de laatste 48 uur bleven 22000 man over. Hiervan moesten 7000 in den voor- laatsten nacht worden ingescheept en 15000 in den laatsten nacht. Monro rapporteerde, dat er een groote activiteit bij de Turksche vliegdienst te constateeren viel, zoowel boven de loopgraven als boven Mudros en Imbros en dat meer patrouilles van den vijand zijn loopgraven verkenden. Boven dien was het aantal zware kanonnen bij de Turken ter weerszijden van de Dardanellen vermeerderd, alsmede hun mnunitie uitrusting ruimer geworden, wat merkbaar was aan de meerdere beschietingen (speciaal vanaf de Aziatische kust) der baaien aan de zuidpunt. Twee brigdes van de 13e divisie, die reeds eenmaal zich in tegen woordigheid van den vijand hadden ingescheept, kwamen van Imbros om op 29 December de 42e divisie te vervangen. Voor de inscheping rekende men op Gully Beach, X, V en W baai. Zoo had men op Gully Beach de pier hersteld en bij X er 6 gemaakt. Bij W had men twee schepen laten zinken om de baai aan de westzijde te beschermen, terwijl er een drie tal kleine pieren gemaakt was. Bij V lagen naast de River Clide reeds de Massena en de Saghalien op het strand aldus een meer gesloten haven vormend. Op 29 December waren er aan den wal 40.000 man en 150 kanonnen benevens 45Ö0 dieren. Op overeenkomstige wijze als bij Suvla werd de bezetting „uitgedund". Behalve de oude linies werden laatste op name stellingen Ingericht bij de verschillende Iandingspunten, terwijl bij Tekke Burnu de allerlaaste troepen zouden worden ingeladen. Een zwaar Engelsch kanon en 6 Fransche (with the full approval of General Brulard) werden achtergelaten, met het doel daaruit zoo lang mogelijk te vuren om de Turken te misleiden. Na 11.30 had men geregeld het vuren uit de loopgraven gestaakt. Het weer was op enkele dagen, dat dieren ingeladen moesten worden des nachts zoo ongunstig, dat men overdag moest inschepen waartoe door hooi te branden een rookscherm gemaakt werd. Het plan was, dat de meeste troepen en alle kanonnen ingescheept zouden worden bij W en V en dat in de laatste nacht 3000 man van de 13e Divisie en de 29e Brigade afkomstig, zouden worden ingescheept bij Gully Beach en 950 bij X. Doch de toestand van het steeds slechter wordend weer dwong tot verandering. Het zou toch wel eens kunnen gebeuren, dat het weer zoo- 1) De eerste aanwijzing voor een aanstaande ontruiming kregen de Fransche troepen door de aankomst op 26 Nov. van 10.000 zwemgordels 1 2) Les hommes (56e et 54e colonial) s'étaient versés de copienses rations de pinard ce qni ne facilita pas l'embarqnement. (Ch. Roux).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 105