105
Marine Staf, opgemaakt voor het Committee of Imperial Defence (l.d. 9-12-'06
zeide in §8: „The successful conclusion of a military enterprise directed
against the Gallipoli Peninsula must hing upon the ability of the fleet not
only to dominiate the Turkish defences with gun fire and crush their field
troops during that period of helplessnes which exists while an army is in
actual process of disembarkation, but also to cover the advances of the
troops once ashore until they could gain a firm foothold. However fruithul in
its consequenses such an operation would be, were it crowned with success,
the General Staff in view of the risks involved, are not prepared to recom
mend its being attemped".
Het was niet zoo heel moeilijk allerlei redeneeringen te vinden om de
conclusies van dit rapport terzijde te stellen. Men had eenvoudig maar te
wijzen op de gebeurtenissen bij Luik en Namen.
De technische ervaringen van den strijd van pantser contra projectiel
werden in hoofdzaak ten gunste van de artillerie der vloot uitgelegd en men
vergat, dat die ook voor de artillerie der kustwerken gold. De snelle val van
Luik en Namen leidde tot de opvatting, dat het voor de zware scheepsartil-
lerie een gemakkelijk w.erk zou zijn de buitenste forten op dezelfde manier te
bewerken, vooral in vereeniging met den vliegdienst. Zoo zeide Lord Grey,
dat de ervaringen van dezen oorlog het aanzien van den strijd tegen forten
geheel veranderd had: „made succesful attack upon forts a practicable
operation where it had not been a practicable operation before". Churchill
meende, dat de oorlog reeds vele verrassingen gebracht had en hoopte op
een nieuwe welke hem dan ook niet gespaard bleef! Men scheen
in het geheel niet te overwegen, dat er een groot verschil bestaat tusschen
de uitkomsten verkregen met lange marinekanonnen en met moderne hou
witsers, daargelaten, dat men niet kon beoordeelen in hoeverre bijzondere
omstandigheden of fouten in de constructie der beschoten werken de
artillerieuitwerking vergroot hadden. De proeven bij Schoorl (1892) en
Weenen (1913) hadden reeds een beeld gegeven van de uitwerking op on
gewapend beton. Ook op gewapend beton waren genoeg proeven genomen
(1906 bij Langres en 1909 bij Oldebroek). Zie ook de Spectatorartikelen van
1906. De z.g. verrassingen waren dus voor deskundigen en ingewijden niets
nieuws.
De werken bij Luik, Namen en Antwerpen waren niet in gewapend
beton geconstructeerd, doch in metselwerk en ongewapend stampbeton.
Die van Longwy waren verouderd. Gewapende betonwerken van andere
Fransche forten waren vaak foutief geconstructeerd.
Evenmin overwoog men, dat de kanonnen aan boord der oorlogsschepen
niet konden vuren met een elevatie, noodig om houwitsers ook maar een
beetje te imiteeren. Door het verminderen van de aanvangssnelheid kan een
invalshoek van ongeveer 21 graden worden verkregen. De kanonnen van de
Queen Elisabeth b.v. konden een elevatie krijgen van ongeveer 20 graden,
doch dat is niet genoeg voor werkelijk steilvuur.
Op 15000 M. ongeveer van Gaba Tepe met verminderde lading
op Kilid Bahr vurend zou de invalshoek 17 a 18 graden zijn, vurende op
Tjsanak Kale 20 graden. Gedekte stellingen waren dus niet te bereiken. En
de geographische gesteldheid van het terrein vergemakkelijkte het vinden
van de vele uiteenliggende gedekte stellingen volstrekt niet.
Bovendien behoorde men te rekenen op torpedogevaar, mijnen en duik-
booten.
Zij, die het beter wisten, zwegen of werden doodgezwegen. Zoo werd
geen acht geslagen op het oordeel van een der Engelsche admiraals b.v.:
Commodore de Bartolome, die altijd een gecombineerde aanval voorgestaan
heeft: „If the Dardanelles were attacked by a purely naval force a certain
proportion, probably not more than half, could get through but
having got through I did not see what they could do"1).
1) Het oordeel van generaal Limaa von Sanders over eene forceering der
Dardanellen met achepen alleen, is. dat zelfs indien dit gelukte en indien
daarna de Turkseke vloot in de Zee van Marmora zou zjjn verslagen de ge
allieerde vloot toch in een moeilijk parket zou zy'n geraakt, zoolang niet heide
oevers door een sterk leger bezet waren. Zonder dat zou een landing bij Con-
stantinopel geen effect kunnen hebben, wegens de voortdurende beschieting
van de verbindingen waardoor „der erfürderhche Nachschub durch Praviant-