6
Turkije de bevoegdheid bezat, in vredestijd oorlogsschepen van bevriende
mogendheden door te laten.
De Turksche wacht stond aan den doorgang, doch niet steeds even
fest und treu: in 1891 ging de Russische vrijwillige vloot onder handelsvlag
door de Dardanellen met toestemming van den wachter en in 1905, tijdens den
Russisch-Japanschen oorlog andermaal, nu zonder toestemming te vragen1).
In den Turksch-ltaliaanschen oorlog werd de doorvaart door de Porte
gesloten, doch onder invloed van Rusland en Engeland na eenige weken
onder beperkende bepalingen weder geopend.
In 1912 werden de Bulgaren tegengehouden voor de Chataljalinie en
konden daardoor geen uitvoering geven aan het plan der Balkanstaten, om
te land te Bulairlinie aan te vallen, en daardoor de Grieksche vloot gelegen
heid te geven door de Dardanellen te stoomen.2)
(Het plan de Dardanellen te forceeren, was ook in de jongste geschie
denis meermalen onder de oogen gezien. Een poging gedurende den Turksch-
ltaliaanschen oorlog in den nacht van 21/22-l-'12 ondernomen door 5
Italiaansche torpedo-booten om verrassend door het nauwe vaarwater te
stormen, werd ontdekt door zoeklichten en de modern bewapende batterijen
dwongen tot terugkeer. In den balkan-oorlog hadden de duurzame verster
kingen aan de Dardanellen de Grieksche vloot weerhouden de Turksche
in de zee van Marmora op te zoeken. Om de Dardanellen te verdedigen
tegen aanvallen te land en te water, bezetten de Turken in de tweede helft
van November '12 met sterke krachten het schiereiland Gallipoli, rekening
houdende met een landing der Grieken of Bulgaren op de Zuidkust van
de golf van Saros.
B. Aardrijkskundige aanteekeningen.
(Zie schets 1).
Het landschaptype van Gallipoli toont veel overeenkomst met het berg
land van Celebes: een uit zee opgerezen complex van kalksteen formaties,
waar om §12 uit het werkje: „Terreinleer" aan te halen: „in den
regentijd de lage gedeelten van den weg schier onbegaanbare poelen vormen
en de hoogten afgespoeld zijn door het regenwater, zoodat overal de
scherpe hoekige kalksteenen uitsteken." De hoogten kaal en steil, de dalen
aangeslibde kloven, vlak en vaak moerassig. Een arme vegetatie laat ruime
uitzichten, terwijl de door de regens uitgeslepen „Schluchten und spalten
dem verteidiger immer wieder Deckung und Schutz bieten."
De beekjes en rivieren, die in den zomer slechts droge beddingen zijn,
vormen door hun hoogen waterstand in den winter een doorloopende
hindernis. In Mei valt de grootste droogte. October is de maand van de
overstroomingen. In den zomer levert de watervoorziening groote moeilijk
heden op.
Opvallend is de Suvlabaai aan het eind van de Anaforta vlakte met het
Zoutmeer of Tusla Göl. De hoogten om de baai beschutten de reede tegen
N.O. en O. winden.
Van Gallipoli loopt een autoweg naar Bulair en vervolgens over Keschan
naar Usun-Köpri aan den spoorweg Constantinopel-Adrianopel. Overigens
verkeeren de wegen meestal in zeer slechten toestand, veelal zonder bruggen.
Zooveel mogelijk de hoogte ruggen volgend en de drasse laagten vermijdend,
voert in het Zuiden een weg van Sedd-el-Bahr naar Maidos met een zijtak
naar K-ilid Bahr. In het midden van het schiereiland waar de dalen breed
zijn, wordt meer de vlakte gevolgd: Maidos-Boghali-Yallova-Koumkeui-
Bourgas-Gallipoli.
Een nog slechtere hoofdweg loopt van Maidos over Eski- Keui met een
1) Herhaaldelijk h°eft Turkije de onder handelsvlag varende vrijwillige
vloot (meestal ongewapende transportschepen) doorgelaten. In 1902 leidde de
doorvaart van een Eussische torpedoboot zonder wapening en zonder militaire
bemanning tot een protest van Engeland, hetwelk geen verdere gevolgen
had. (Dr. F. von Liszt: „Das Völkerrecht").
2) In November '11 en April '12 sloot Turkije de Dardanellen met het oog
op de actie van de Italiaansche vloot in de Aegt-ïsche Zee.
Zie over den grooten invloed daarvan op den Kussischen graanhandel
H. L. van Oordt „Oorlogsstaatkunde en Oorlogsregelen".