116 gezonden tot versterking van het 3e Leger. In Januari '16 had L. v. S. zich moeten verzetten tegen het onttrekken van 9 Divisies aan zijn Leger. Aan- wijzigingen voldoende om te begrijpen, hoe weinig L. v, S. waarschijnlijk meende te kunnen rekenen op steun, als de Bulairlandengte in vijandelijke handen was. Vandaar, dat een derde van zijn macht geplaatst werd in het rayon Bulair-Gallipoli. Voor het opvangen van een ernstigen stoot op de Aziatische kust kon moeilijk met veel minder dan 2 divisies volstaan worden, aangezien het aantrekken van troepen daarheen zeer tijdroovend zou zijn en bovendien evenmin nagegaan kon worden in welke mate daarbij op ondersteuning van andere troepen te rekenen viel. De mogelijk heid bestond, dat de Turksche regeering, die liever tegen Egypte zou aanwenden of naar Mesopotamia zenden. Behalve de Sarosgolf en de Aziatische kust bestond er nog een derde zwakke plek: de laagte tusschen Gaba Tepe en Maidos. Van de hoogten van Maidos kon artillerievuur gebracht worden op de kustwerken. De door Liman von Sanders ingenomen opstelling komt dus feitelijk neer op een drie deeling in bewegelijke groepen, die naar gelang van om standigheden als het ware elkanders reserve konden vormen. De gedetailleerde opstelling is niet bekend. Wel geeft L. v. S. op dat voor elk der drie groepen bevolen was het gros bijeen te houden en slechts het hoog noodige aan de kusten te plaatsen. Aangenomen kan worden, dat de uitvoering dier orders door hem ook gecontroleerd is. De opstelling der Engelschen op den avond na de landing, maakt echter sterk den indruk, dat de Turken overdag tegenover alle landingspunten ge tracht hebben, de gelande troepen tegen tehouden. Bekend is de uitlating van Napoleon, dat men bij rivierovergangen en een verdediging daartegen, steeds voor oogen moet houden, dat de vijand vrijwel oversteken kan waar hij wil. Een rivier is slechts een hindernis, die den vijand eenige dagen tegen houdt. Met een rivierovergang kan in zekeren zin een landing gelijk gesteld worden. Kustbewaking wordt volgens dezelfde principes geregeld als de rivier- en de bergverdediging. Speciaal geldt dit voor de Zuidpunt van het schiereiland, waar de verschillende kleine baaien tusschen voor een landing ongeschikte kustgedeelten met te verdedigen bergpassen vergeleken kunnen worden. In het gebergte zou het een grove fout zijn, de beschikbare krachten te versnipperen om alle passen hard nekkig te verdedigen. Op den duur zou een rivierovergang zoo evenmin te beletten zijn. De rivier moet door een voorposten opstelling bewaakt worden De reserve moet zoodanig gereed worden gehouden, dat die tijdig en met overmacht kan ingrijpen. Bij lange rivierstellingen moeten in den regel meer reserves gereed gehouden worden. Hoe breeder de rivier, hoe meer de aanvaller zich voo moeilijkheden geplaatst ziet. Doch tevens wordt het voor den verdediger moeilijker tijdig de bedoeling van den aanvaller te onderkennen. De verdediger is zoo goed als geheel gedekt tegen vijandelijke ver kenningen, is beschermd tegen een verrassenden aanval, kan de gelegenheid benutten den tegenstander na oever verwisseling concentrisch aan te vallen. Dezelfde omstandigheden doen op de vrijheid van den aanvaller een na- deeligen invloed gelden: zijn verkenningen v/orden moeilijker, zijn kans om verrassend op te treden geringer, zijn ontwikkeling geschiedt bezwaarlijker. Een belangrijk voordeel kan de verdediger van een rivier vinden in eene offensief optreden, wanneer hij zich in het bezit heeft gesteld van een of meer bruggehoofden aan 's vijands zijde. Bij de kustverdediging ontvalt hem echter dit voordeel en waar hem vóór de landing de heerschappij ter zee reeds ontnomen zal zijn, beschikt hij tot het opheffen van zijn onzekerheid slechts over zijn inlichtingendienst en zijn vliegdienst. Aan Turksche zijde beschikte men bij de eerste landingen op 25 April niet over een werkzamen vliegdienst en kwam de aanvaller bovendien gedurende den nacht over zee. Bovendien zal de beste vliegwaarneming hoogstens gegevens kunnen brennen over de verdeeling der schepen, niet over de sterkte der troepen. De eerste berichten van grootere waarde zullen dus pas komen, nadat onderkend kan worden, welk het landingspunt is en waar daarentegen Slechts gedemonstreerd wordt. Eenmaal gelande Jroepen bevinden zich in den aanvang in denzelfden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 120