8 Soghan-Dere tot Kilid-Bahr over een lengte van 10 K.M., reiht sicli auf beiden Ufern Battene an Batterie. Bij Dardanos houwitsers van 15 en 10.5, bij Tsjanak in de batterijen Hamidieh-Tabia, Hamidieh-Sultanieh en Ana- delouh Medjijieh samen 4 van 35.5, 3 van 28, 4 van 26, 11 van 24, 3 van 21, 7 stukken van 15 en 4 van 12 c.M. Op het schiereiland in de batterij Hami- dieh-Toprah 2 van 356, Namazien 1 van 28, 1 van 26, 2 van 24 en 3 van 21, Medjidieh Tabia 6 van 21, 2 van 28, 4 van 24 en 6 Hw. van 15 benevens veldstukken. Ook hier waren mijnversperringen aangebracht in 3 rijen. Van de Moorsche werken dienen hier genoemd te worden: het steenen werk Nagara aan den voet van den met een schans bekroonden Xerxesheuvel, uit de XVe eeuw en Kale Sultane uit 1300. Aan de overzijde een steenen fort met torens en kanteelen en schietgaten, door Mohammed II gebouwd. Het vier kante granietwerk Boghali Kalessi sluit tegenover Nagara den noorduitgang der „Narrows" af. De moderne werken liggen, behoudens een enkele uitzondering, gedekt tegen indirect vuur uit zee. De mijnversperringen werden goed bewaakt (zoeklichten). Langs de kust lagen verder geen versterkingen, behalve de verouderde vesting Gallipoli. Ter afsluiting van het schiereiland tegen aanvallen op deze plaats uit het Noorden diende de in 1853 door de Engelschen, Franschen en Turken aangelegde linie van Bulair, (front N.O.) met de uit den Krim-oorlog bekende forten Victoria, Sultan en Napoleon. In 1877 werd deze linie (6 K.M. lang op een rug van 170 M. hoogte) door de Turken verbeterd. De benamingen der forten waren nu Aj Tabia (Maanfort), Merkes. Tabia (Midden fort) en Ildis-Tabia (Sterren fort). Zij waren verbonden door tusschenwerken en gelegen op een hoogte, die het voorterrein geheel be- heerscht. Werken en forten waren door goede wegen verbonden. Bij het als „meistergültig" geroemde pionierwerk der Turken wds een ruim gebruik gemaakt van draadversperringen en was voor een uitgebreid telefoonnet gezorgd. De linie heeft geen aanvallen te doorstaan gehad. Voor de verdediging zouden een 15000 man vereischt zijn. Pantserforten kwamen aan de Dardanellen niet voor. Naast de meestal open werken werden bewegelijk opgestelde batterijen aangewend. Zij waren zoodanig ingericht, dat zij in enkele uren gebouwd en uitgerust konden worden, zoodat zij in staat waren snel en verrassend op te treden en weer te verdwijnen, als ze ontdekt bleken te zijn. Daartoe waren natuur lijk alleen goed vervoerbare vuurmonden van middelbaar kaliber geschikt, die echter voldoende dracht hadden voor de afstanden in de Dardanellen. Hiervoor was een speciaal wegennet aangelegd. Na den grooten aanloop op de Narrows door de geallieerde vloot op 18 Maart trokken de Turken een groot aantal bewegelijke vuurmonden aan. Ook in Februari werd na het plat schieten der batterijen van de eerste groep een aantal bewegelijke batterijen tegen de landingsdetachementen in actie gebracht (27-2-15). Bij zonder geschikt waren de krombaan vuurmonden. Van uit hoog gelegen stellingen konden deze hun projectielen doen neerkomen op de commando torens en geschuttorens of op het pantserdek, dat veel dunner was dan de zijpantsers. (Pantserdek 8-12 c.M., zijpantsering tot 33 c.M.). Een ander voordeel van het gebruik van houwitsers was, dat zij beter achter dekkingen en maskers konden worden opgesteld, waartoe de vele ravijnen langs de kust volop gelegenheid boden. Omtrent de gebruikte mijnen kan nog worden aangeteekend, dat be halve mijnen in vaste versperringen en daarbuiten geplaatste strooimijnen (welke het mijnen visschen zeer bemoeilijkten) nog drijvende mijnen ge bruikt werden (z.g. Leon Torpedo's). De constante bovenstroom voerde deze mijnen naar de binnenkomende schepen. Ook de Bosporus was versterkt. Van Stefano tot Sarailpunt alsmede op de Aziatische kust en de Prinsen Eilanden waren talrijke batterijen opgesteld. De Turksche vloot, waarbij de Goeben en Breslau bewaakte tusschen beide doorvaarten de zee van Marmora. IV. DE INVLOED DER MILITAIRE MISSIES. Deze was nog niet groot geweest, zoodat de Geallieerden de waarde van het Turksche leger niet hoog stelden. In November '13 was het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 12