io V. TURKIJE'S DEELNAME AAN DEN OORLOG. „Der Weg nach Konstantinopel fürht durch das Brandenburger Tor". Deze uitspraak was de slagboom, die, op het congres te Berlijn in 1878, de erfgenamen van Peter den Grooten zagen vallen, om daarmede het terug dringen van Turkije te stuiten, zij het dan ook niet uitsluitend bedoeld ter bescherming van den aldus beschermden Zieken Man. Na den Balkan-oorlog had Turkije nog Adrianopel kunnen redden uit den faillieten Doeden. Thans, nu Engeland, Frankrijk en Rusland de handen vol hadden, scheen voor Turkije en den Islam het oogenblik gekomen zich te herstellen. Hoewel voorloopig neutraal blijvend, sloot het „ter eigen veiligheid" de Dardanellen en was Rusland hier door afgesloten van de Middellandsche zee, was het zijn hoofdverbinding met de boiïdgenooten verloren. Het ondervond hiervan zooveel nadeel, dat de Zwarte-Zeevloot op 28 October 1914 voor den Bosporus optrad tegen de schepen van Turkije1), dat gelijk bekend, zijn vloot versterkt had door den aankoop van 2 Duitsche, uit de Middel landsche Zee ontkomen kruisers: de Breslau en de Goëben omgedoopt tot Sultan Jawuz en Midilli, als tegenwicht tegen de beide op Engelsche werven in beslag genomen eigen kruisers. Hierna gaf Turkije zijn neutraliteit op. Begin November werden de vijandelijkheden te land geopend in den Kaukasus. Van uit Damaskus werd een aanval op het Suezkanaal voor bereid. In den nacht van 2/3 Februari gelukte het, na zeven nachtmarschen door de woestijn, met 16000 man het Kanaal te bereiken. De aanvallers werden echter teruggeslagen- In het begin van den winter 1914/1915 kwamen te Constantinopel speciale militaire missies, door de regeering te Berlijn uitgezonden met veel geld, doch vage plannen, bestemd voor Afghanistan, Mesopotanië en Perzië. Eenig waardevol succes bereikten zij niet. Deze poging om Engeland in Indië te treffen faalde, evenals het uitroepen van den Heiligen Oorlog. In Duitschland rekende men met stelligheid op den invloed „der Religion, die noch nie ihre Wirkung auf einen Moslemin versagt hat". „Aber die Wirken. de Kraft des Islam's war erstorben (Immanuel).3) In het kort zij hier de meening van Liman von Sanders over dit be langrijke vraagstuk aangegeven: Voor den zeer geloovigen Anatolischen soldaat was het niet noodig den Heiligen Oorlog uit te roepen, „er ging auch ohne diesen fiir seinen Padischah tapfer und vertrauensvoll in den Tod." In Arabië beletten ontevredenheid tegen de Turksche regeering en rassen tegenstelling tusschen Arabieren en Turken de uitwerking3). In Perzië en in Noord Afrika was de godsdienst alleen niet in staat een algemeene nationale oorlogsstemming ten behoeve van de Turksche regee ring te wekken: die landen misten eigen kracht, of wel de heerschappij der Entente mogendheden was in te vaste handen. De Turksche krachten waren aldus verdeeld: Ie leger: Gallipoli en Constantinopel. lie leger: a 2 legerkorpsen in Syrië, bestemd om tegen het Kanaal van Suez op te treden. 1) N.I met 3 torpedobooten en een mjjnenlegger. Hierbjj ging de Russische mpnenlegger verloren en moesten de 3 Russische torpedobooten terugtrekken op Sebastopel, dat door de Goeben beschoten werd. Den vorigen dag hadden de Russen da oefeningen der Turksche vloot voort durend gestoord. (Off Turkseh rapport 29 Oct. '14). 2) Er lag trouwens een onzuivere toestand aan dien Heiligen Oorlog ten grondslag Turkiie was met Christenstaten verbonden. De gealjieerden hadden zelve Mobammedaansch'e troepen. Zoo leest men dan ook in het dagboek van een Fransch officier. La distinction n'est pas facile a faire entre les prisonniers turcs et les Zouaves" Met even weinig recht konden in 1919 de _E gelsehen, die daarbjj door Arabieren gesteund werden, spreken van een Kruistocht onder Alenbey in Palestina. „La guerie sainte, telle qu'elle a été proclamée dans le conflict mondial, a batarde." (L'Ielam,- collection Payot par E. Montell. Mad# in Germany, aldus Snouck Hurgronje. 3) Teekenend is het, dat aan het Suez Kanaal in den nacht van 2-3 Febr. '15 ook de tegenslag begon met een paniek onder de Arabische soldaten. 4) Het telde 5 legerkorpsen: Constantinopel, Thracië, Gallipoli, Panderma. Het 6e legerkorps werd er aan toegevoegd en van Aleppo naar St. Stefano verplaatst,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 14