17 to put the Turks on the alert. In diezelfde dagen is het aan een grooten Duitschen stoomer gelukt een lading mynen en zware projectielen de Dar danellen binnen te brengen. Hierdoor werden de Turken m staat gesteld de Dardanellen af te sluiten met 4 of 5 rijen mijnen, bewaakt door een oud oorlogsschip de Messoudieh. Op 13 December gelukte het aan een En- gelschen onderzeeër onder het mijnenveld door te duiken en de Messoudieh tCRufm0<cirie en een halve maand hadden nu de Duitschers en Turken gelegenheid met alle krachten aan de versterking te werken. Den 15en Januari '15 werd de Engelsche onderzeeboot Saphir bij Tsjanak Kale tot zinken gebracht. In Engeland liet men den tijd met beraadslagingen vooibij gaan. Op 28 lan. werd het besluit de Dardanellen enkel met schepen aan te vallen definitief; alleen voor ondergeschikte operaties zouden troepen gebezigd NVOKTenedos, een Turksch eiland, was door de Engelschen bezet om als basis te dienen, evenals Lemnos, hetwelk tengevolge van de omstandigheid, dat verschillende kwesties uit den Balkanoorlog nog met opgelost waren, door de Grieken slechts „voorloopig" bezet was, en op dien grond door hen kon worden afgestaan. Op 16 Februari werd in Engeland besloten, belangrijke troepenmacnten (de 29e Div. en Australische korpsen in Egypte) naar die eilanden te zenden1) om verdere operaties te steunen, als de doorgangen geforceerd zouden zijn. Officieele rekende men er dus op, het werk door de marine te doen verrichten, hoewel, gelijk Callwell het uitdrukt „it appears always to have been realised in a vague sort of way that a certain amount of assistance on the part of bodies of troops might become indispensable even during the process of forcing the Dardanelles Op 19 Februari begon de onderneming, het eerste bombardement. Bij het aanbreken van den dag verschenen de Britsche predreadnoughts Inflexible, Cornwales, Vengeance en Triumph voor Sedd-el-Bahr, en de Fransche Bouvet, Suffren en Gaulcis voor Kum-Kale, gedekt door enkele torpedojagers, de Albion met 7mijnenvegers, terwijl het nieuwe moederschijr Ark Royal van den vliegdienst in tweede linie volgde. Om 9 uur viel het eerste schot (afstand 12 K.M.). Van Turksche zijde werd het vuur met beantwoord, vóór om 5 uur 6 schepen verder stoomden. Aan booid had men verscheidene treffers waargenomen op Kum-Kale (Oramh) en bij kaap Hellas (Ertogrül), doch het was moeilijk uit te maken, wat er geraakt was van de lage grondwerken. De vernieling der werken was dan ook slechts schijnbaar en de lurken openden het vuur op 4500 M. Volgens Duitsche opgaven werden 3 slag schepen gedwongen zich terug te trekken, volgens Engelsche mededeelmgen viel geen enkel schot dichterbij dan 100 yards, en trok de< vloot teiug bij het invallen van de duisternis. „The Turks would be boasting they had driven us off!" Door de 800—1000 schoten was van het werk Orameh de borstwering omgewoeld, de kazerne ingestort, waren de kanonnen bedolven terwijl de commandant gesneuveld was. Van de oude kasteelen werd het metselwerk zwaar beschadigd, doch ten deele was het nog staande ge bleven en het geschut ongeschonden. De kleine doelen biedende batterijen waren onbeschadigd. Gedurende de volgende dagen kwamen 8 schepen de vloot veisteiken. de Queen Elisabeth, Irresitible, Agamemnon, Majestic, Lord Nelson, Ocean, de Prince George en het Fransche slagschip Charlemagne. De Queen Elizabeth een geheel nieuwe super-dreadnought, bijgenaamd Bigg Lizzy, was de 'trotsclf van de Engelsche marine, bewapend met de nieuwste 15 inch (38 c.M.) kanonnen. Door slecht weer konden de beschietingen met worden heivat vooi den 25en om 10 voorm. De kustartillerie was zeer in het nadeel, doordat de groote dracht der vuurmonden van de Queen Elisabeth deze in staat 1) Later zal blijken, dat dit nlan niet aans'onds en volledig werd uitgevoerd. 2) De grondgedachte van Carden's plan was stelselmatig Vernielen dep twerken, die de münversperringen bewaakten, gepaard aan een daarmede knstwerken, die de mijnversperring verband houdend mijnenvegen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 21