37 ontscheept moesten worden, niet het oog op de kans op ongunstig weer. Omdat de transportschepen natuurlijk niet beschermd waren tegen artillerie vuur en toch het overladen in sloepen zoo laat mogelijk moest geschieden, (ter voorkoming van tijdverlies) werd de infanterie aan boord van slagsche pen, kruisers, torpedojagers, mijnenvegers overgebracht. Van deze laag lig gende schepen konden bovendien de booten sneller geladen worden, dan ,angszij van hooge vrachtbooten. Verder, „to make as sure as was humenly possible, that at leastone weighty mass of men should reach the Turkish literal" verzon men iets ingenieuseen imitatie van het paard van Troje: 2000 man werden verstopt aan boord van een kolenschip the River Clide, bestemd om op het strand te loopen, „as if we were making the ennemy a gift of it, zooals Hamilton zich uitdrukte. „This device borrowed from the Iliad, was predestined to save my force from losses, which hardly bear thinking about." Maar wat voor Troje lukte, wat Breda zag herhalen, zou nu op een mournful Sunday2) uitloopen, le massacre des Anglais fut effroyable. Het is onbegrijpelijk dat, waar juist met het oog op artillerievuur van af de kust, geen transportschepen, doch beschermde oorlogsschepen werden gebruikt, men hier ging besluiten, een transportschip tot op de kleinste afstanden te doen naderen, als ten minste het woord besluiten gebruikt mag worden voor een dergelijke nabootsing van een klassieke, maar legendarische krijgslist. Hamilton's plan kwam, zooals bij de beschrijving van de uitvoering nader zal blijken, neer op het ondernemen van 2 hoofdlandingen: een bij Kaap Hellas en een N. van Gapa Tepe de geheele actie onder steund door een landing bij Kurn Kale en een demonstratie in het Noorden. Beide hoofdlandingen waren twee gelijktijdige, doch te land geheel ge scheiden ondernemingen op 15 mijl afstand) waartusschen Hamilton, dank zij het overwicht ter zee verband meende te kunnen leggen. De troepen in Egypte waren geleidelijk gereorganiseerd en overge bracht naar Mudros, waar alles op 20 April klaar was. Het transport liep zonder ongevallen af. Eenmaal gelukte het aan een Turkschen torpedojager naar buiten te komen en het transportschip Manitou te doen stoppen, haar tien minuten latend om de manschappen in de booten te laten gaan. Wel was er een kanon aan boord, doch er scheen geen munitie te zijn of niemand kon het kanon bedienen! Een 60-tal manschappen sprongen over boord en verdronken. De Turk vuurde 3 torpedo's af, doch op zoo'n korten afstand, dat de torpedo ondergedoken zijnde, nog niet op de goede diepte was en onder het schip doorliep. Twee Engelsche jagers kwamen nu de Manitou ontzetten en noodzaakten de Turksche boot ergens op het strand te loopen. De herlading was met methode en zorg bewerkstelligd. Niets mankeerde nu, alles was direct te vinden. De schepen waren gemerkt met een letter en een nummer. De Engelsche oorlogsschepen hadden hun grijze kleur verwisseld voor onregelmatige vlekken en streepen van grijs en zwart. Zoo was ook de River-Clide geschilderd, waaraan zij, op het strand liggend, den naam Bruine Koe te danken kreeg. Te Mudros lag een reusachtige verzameling schepen. Een vijftigtal transportschepen hadden de 29ste Divisie en de Australische troepen over^ gebracht. Verder waren er de Britsche en Fransche vloot, het Russische oorlogsschip, kolenschepen en munitieschepen. Voor de Royal Naval Division en de Fransche troepen was daar geen ruimte meer, zoodat hen een andere plaats moest worden aangewezen (Imbros, Tenedos). Deze verspreiding veroorzaakte natuurlijk een onvermijdelijke bemoei lijking van de regeling der verschillende details, hetgeen door een zorgvul- digen arbeid der daarmede belaste staven met succes werd overwonnen. Er moesten in een beperkte ruimte een 100-tal koopvaardijschepen in beweging gebracht worden volgens een nauwkeurig uitgerekende tijdtabel, hetgeen zonder stoornissen verliep. Voorwaar geen kleinigheid. X) Deze uitdrukking van Hamilton schjjnt er op te wjjzen dat hjj zeer veel tegenstand verwachtte. 2) Mournful Monday30 Oct. 1899. (Z.-Afrika)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 41