44 hoewel Koe en verscheidene andere officieren gesneuveld waren, slaagde men er in ook de herhaalde nachtaanvallen af fe wijzen van de eveneens uitgeputte Turken. Om 4 uur 's morgens was van de Borderers niet meer dan de helft over. "It was doubtful", zegt Hamilton, „if reinforcements could reach them in time". Bevelen voor den terugkeer werden gegeven. Vier oorlogsschepen de Goliath, de Dublin, de Amethyst en de Sapphir, vermoedelijk ook de Talbot, werden nu aangewezen de inscheping te dekken. Eerst werden de gewonden, daarna de munitie en andere voorraden en vervolgens de infanterie ingeladen, terwijl de mariniers de achterhoede vormden. De Turken konden, dank zij het artillerievuur der marine de terugkeerende infanterie niet tot de baai blijven volgen, daar het hun belette den rand der steille rotsen te bezetten. F) De demonstratie in de Saros-Golf. Deelen van de Roval Naval Division aan boord van hun transport schepen, begeleid door het slagschip Canopas met eenige jagers kwamen op 24 April 's avonds in de golf van Saros en openden het vuur op verschil lende punten van de noordelijke kust in den morgen van den 25en. Daarna beschoot de Canopus de Bulairlinie, terwijl aan boord der transportschepen voorbereidingen als voor een landing gemaakt werden. Des nachts (25/26) zwom zelfs een officier naar den wal om daar fakkels te plaatsen, die hij aanstak, waarna de jagers weder het vuur openden. De invloed van deze demonstratie op de eigen handelingen was gering. De daarvoor gebezigde troepen zouden toch niet ontscheept kunnen worden wegens het gering aantal beschikbare booten. Zoolang de ware aard van dit optreden niet voldoende onderkend was, hielden de Engelschen natuurlijk de bewakingstroepen van de Turken daar gebonden. Deze werden echter naar het zuiden gezonden vóór de demonstreerende schepen terug keerden. G) De landing bij Gaba Tepe (Z.-Baai). De onderneming tegen Gallipoli vormt een leerzame staalkaart van landingen: de Anzac-landing moest er een worden, waarbij van de dekking der duisternis gebruik gemaakt werd en voor het aanbreken van den dag moest daar vasten voet verkregen zijn. Om 1 v.nr. werd het rendez-vous bereikt,, ongeveer 5 mijl van Gaba Tepe, en gingen de troepen van de 3 slagschepen in de booten (12 sleepen van 4). De Triumph, de Majestic en de kruiser Bacchante waren aangewezen voor de artillerie ondersteuning. De Queen, de London en de Prince of Wales vervoerden 1500 man van de 3e Australische brigade, bestemd voor het eerste echelon, 2500 man waren aan boord van transportschepen ge bleven en werden begeleid, door een dekking van 6 destroyers. De le en 2e Brigade volgden, in totaal 12000 man met 2 bergbatterijen. Om 3 uur ging de maan onder, terwijl men reeds om 2.30 v.m. op 4 mijl uit de kust was gekomen. Om 3.30 was men op 2500 yards uit de kust en werd het profiel der heuvels zichtbaar.No breath of wind ruffled the surface of the sea zegt Hamilton and every condition was favourable, 1) Aldus is da lezing welke van d«ze landing gegeven wordtin Hamilton's rapport, hetwelk op enkele punt-n echter bezjjden de waarheid schijnt te zjjn. Zoo was niet Colonel Koe de commandant, doch de in anciënniteit oudere Colonel Matthews. In h~t rapport aan de Dardanellen Commissie staat verder te lezen, dat de 2000 man van Matthews opmarch-erden in de richting van X baai, zonder tegenstand te ontmoeten, doch zonder de troepen uit X. te vinden, waarna teruggekeerd werd tot zeker ravjjn, waar loopgraven gemaakt werden. Onmiddellijk na de landing rapporteerde Matthews, dat geen tegenstand ondervonden werd. Tusschen 4 en 5 uur nam. kwamen da eerste vjjanden in groote overmacht. Weer zond Matthews bericht, ditmaal dat muuitieaanvulling gezonden moest worden, daar h(j anders zich niet zou kunnen handhaven. Op geen van beide berichten kwam antwoord. Na een langdurig gevecht nam hjj het besluit om terug te beeren en in te schepen. (Zie hjjlaga H.'s Diary). 2) Het is niet noodzakelijk zjj in het voorbijgaan opgemerkt dat hier, evenals bjj Hellas, een morgennevel over de kust hing, waarschijnlijk juist niet op dat vroege uur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 48