46
vleugel genomen en „after a hurried consultation between the two brigades,"
nam de 2e den rechter vleugel. „Practically all semblance of company and
battaljon was lost". In den middag mengden zich nieuwe bataljons door de
de brigade. Tegenover de z.g. Shrapnell Gully was een groote gaping in de
Unie ontstaan, die nog tijdig door de intusschen gelande 4e brigade kon
worden opgevuld. Callwell zegt hiervan: „The truth was, that there would
seem to have been more spontaneity and valeur than of method in the
early hours."
De toestand was zorgwekkend: Er waren geen reserves om het behoud
der verkregen stellingen krachtig te verzekeren. De aangekomen verster
kingen der Turken drongen de Australiërs langzaam maar zeker terug en om
7 uur kon Musthapha Kemal melden, dat de vijand bij Ari Burnu auf den
Rückzug gegen die Kiiste sei und seine. Verwundeten einschiffe". Inderdaad
werden de gewonden aan boord gebracht, maar tevens brachten de terug-
keerende booten munitie en voorraden aan wal. Overigens heerschte er eenige
wanorde op het landingspunt: in den namiddag waren reeds enkele kanon
nen ontscheept, doch het Australische legercommando zond die weer terug1)
Over de 2000 gewonden waren verzameld aan de door G.K.T. vuur bestreken
kust. Er was gebrek aan water en munitie. Het denkbeeld weer in te
schepen, werd ernstig overwogen en reeds waren voorbereidende orders
gegeven. Doch Hamilton wilde er niets van hooren en beval stand te houden
tot het uiterste.
De ingenomen lijn liep dien nacht ongeveer van No. 1 Post, (West van
Russel's top) Pope's en Quin's top en Courtney's Post en verder van The
Pimple naar zee.
H) De landing bij Kum-Kale.
Het hoofddoel van deze landing was den Turken te beletten met mobiele
batterijen op te treden in de nabijheid van Kum Kale of van In Tepe en
ging gepaard met een demonstratie der niet ingedeelde Fransche troepen
voor Besika baai. De bezetting van Kum Kale was van den beginne af als
tijdelijk bedoeld.
Aangewezen waren het 6e Regiment colonial: 1 bataljon Europeanen
en 2 bataljons Senegaleezen. Hieraan was toegevoegd 1 batterij van 4 stuk
ken van 7.5 c.M., 1 sectie mitrailleurs boven de normale formatie van het
regiment en een afdeeling genie, totaal 3000 man.
Behalve eenige Engelsche en Fransche jagers, waren de Jauréguiberry,
de Henri IV, de Jeanne d'Arc, de Latouche-Tréville en de Russische kruiser
Askold aangewezen voor dekking en bombardement. Aan boord van de
Savoie bevonden zich de Staf en het le bataljon, terwijl de transportschepen
Vingh-Long en Carthage resp. het 3e en 2e Bataljon vervoerden. De artil
lerie aan boord van deThéodore-Mente en ontschepingsmateriaal aan boord
van de Ceylan. Tevens waren de transportschepen voorbereid voor het aan
boord nemen van gewonden.
1) Bepaald was dat om 10 uur v m. artillerie ontscheept zou worden. Door
vertraging bij de ontscheping der Infanterie en doordat het artillerievuur van
den verdediger eenige schepen dwong van hun ankerplaats te verstoomen, werd
het 12 uur voor begonnen bon worden. To"n kwam echter het bevel, dat geen
artillerie op dien dag ontscheept mocht worden, daar men de positie te on
veilig achtte om geschut in stelling te brengen. Intusschen was reeds een
vuurmond ontscheept (18 pd.)
Bovendien was 1 bergbatterij reeds 's morgens geland.
Na veel heen en weer gepraat werd door dan Div, Ct. na het invallen der
duisternis goed gevonden 2 van de 3 batterijen te lossen, daarna werd dit ver
anderd tn hoogstens 2 stukken en ten slotte werd de „vergunning" weer inge
trokken. Natuurliik kwam die laatste order niet terecht en stonden den volgenden
mergen twee stukkan aan land. Met of zonder order niemand weet het meer
kwamen nu meerdere batterijen aan land. Elk stuk verschoot op den 26en
400 projectielen. Een batterji bestreek volgens opgave van den Australischen.
luit. kol. Rosenthal 1870, wat 't noodig maakte, dat het vuur van elk stuk door
een offieier werd geleid.
2) Wel waren een drietal schepen bestemd om de gewonden op te nempn,
maar het laat zich begrijpen, dat er nog veel aan te verbeteren vie], toen de
troepen er af waren. Het is onbegrijpelijk, hoe ook hier weer veel gevraagd en
weinig gegeven werd en dat men niet een behoorlijk hospitaalsrhip had kunnen
indeelen. In het dagboek van een der doctoren komen dan ook eindelooze