67 Kiüd Bahr ongeveer 30000 man was, waarvan er 12000 tegenover Anzac lagen en van de rest het gros in reserve bii Boghali. Kodiadere en Eski- Keui. Verondersteld werd. dat 3 bataljons in de beide Anaforte's lagen, 1 batalion bij Ismail Oglu Tene en 1 bii Yilghin Burnu, met zwakke voorposten bij Lala Baba en Ohazi Baba. Verder werd vermeend, dat de heuvels oost van Suvla bii Aii Liman of Eielmar Baai slechts door wat gendarmerie bezet waren, doch de daaromtrent verkregen gegevens waren vaag. Verder, dat op de heuvels bii Ylghin Burnu en Ismail Oglu Tepe een 10 c.M. en 21 c.M. kanon stonden, benevens 3 veldvuurmonden, omringd door ijzerdraadversperringen en infanterie-loopgraven. Doch het scheen, dat er geen draad was aangehracht op de noordelüke hellingen en dat de vuur monden alleen in Z. richting konden vuren. ..Mooie" gegevens dus. Noodig was voor het succes der onderneming, de verovering van heuvel 305 (Kodia Tsiemen Tepe) en het bezit van de Suvla baai als basis voor het nieuwe leger. Hiertoe zou van uit de Anzac positie opgerukt worden door de 13e Divisie (behalve de 66e, 67, en 68ste Brigade). 29e Infanterie brigade van de 10e Divisie. 29e Indische brigade. 69e Houwitser brigade. Voor Suvla waren bestemd de 10e en 11e Divisie, de Highland Mountain Artillery Brigade en de Va Lowland Howitser Brigade, welke troenen na donker moesten landen vlak Z. van Lala Baba. Weinig tegenstand werd verwacht. Het eerste echelon zou bestaan uit de ^e divisie, geconcentreerd te Imbros, en onder dekking van de duisternis overgebracht in iagers en motor-lichters. Gelijktijdig moesten 4000 man landen.' 3 infanterie brigades met de bergartillerie moesten vóór daglicht aan wal ziin. Eerste doel: hoogten bij Lala Baba en Ghazi Baba, de heuvels bij Yilghin Burnu en Ismail Oglu Tepe. Een kleine afdeeling zou de heuvels recht Oost van de Suvla baai moeten bezetten. Hoofdzaak was het bezetten van Yilghin Burnu en Ismail Oglu Tepe door een coup de main vóór 't daglicht, om de daar geplaatste kanonnen te beletten vuur te brengen op de troepen op heuvel 305, (Kodia Tsiemen Tepe), tevens tot dekking van de basis. Verwacht werd, dat de rest van de Suvlagroepen in den morgen van 7 Augustus gereed zou ziin om op te rukken tegen Bivuk Anaforta en de oostelijke uitloopers van heuvel 305 om aldus generaal Birdwood (Anzac) te steunen. Verdere bewegingen konden natuurlijk niet opgegeven worden en zouden van tijd en omstandig heden moeten afhangen. De aanval van uit de Anzac positie zou bij het vallen van den nacht ingezet worden. Hamilton hoopte, dat dan om 2.30 v.m. bij het opkomen van de maan de hoofdrug bii Chanak Bair bezet zou zijn. Vlieger-foto's gaven aan, dat de Turksche loopgraven hier niet verder noordelijk liepen dan Chanak Bair. Daarna zouden de loopgraven bii Babv 600 aangevallen worden. Een voorwaarts gaan van de Suvla groep in O. richting zou van het grootste belang ziin, om laatstgenoemden aanval te ondersteunen. Geen dieren en voertuigen zouden met het eerste echelon kunnen landen. Mitrailleurs en gereedschappen moesten gedragen worden. Per man 2 nood- rations. oer geweer 200 patronen, per mitrailleursectie 3500. Geen bepakking of overkleeding. In de tahelien bestemd voor de marine staat (gelijk boven reeds ver meld) „animals of mountain batteries as soon as there is sufficient light" enz., terwiil thans gezegd wordt, dat men hoopte .before dawn" genoeg paarden ontscheept te hebben, ..to secure the mobilitv of the mountain brigade artillerv and one batterij R.F.A." Deze ontscheping zou dus bij maanlicht moeten geschieden, als de maan genoeg door gekomen zou zijn. Binnen 24 uur, zouden alle personeel, paarden en voertuigen ontscheept zijn. Een brigade veldartillerie van de 11e divisie, Va Lowland 5th H.w. Brigade (2 batterijen) en de 10e zware batterij zouden bij Anzac landen vóór de operatie begon; het personeel op den morgen na de Suvla landing. Deze onderdeelen zouden dan langs de baai bij de Suvla groep moeten aansluiten. Water zou er genoeg zijn in de Anaforta vallei, doch bii de ontscheping zouden een aantal muildieren met waterzakken aan de verschillende onder deelen worden toegevoegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 71