72
heel bosch gestaan had, dat door de Turken bij het bouwen van onderkomens
totaal verbruikt was. Dien dag werd ook die laatste boom geveld. Lone Fine
was een belangrijk punt in de richting van Maidos en beheerschte de voor
naamste Turksche waterbronnen. Er lag een sterk steunpunt tegenover
een saillant in de Engelsche linie, voorzien van een zware ijzerdraadversper
ring en gedekte onderkomens, onderling verbonden door een zeer groot
aantal verbindingsloopgraven. Ook was het verbonden met een ander steun
punt, meer noordelijk gelegen. Om 5.30 nam. gingen van de le Australische
Brigade drie bataljons in voorste linie vooruit, terwijl het 4e in reserve bleef.
Twee golven verlieten gelijktijdig hunne loopgraven, op korten afstand
door een derde gevolgd. 7 he rush acros the open was a regular race against
death, zegt Hamilton. De uitwerking van het artillerievuur viel opnieuw
tegen, de werken waren zwaarder geconstrueerd, dan men wel dacht. De
eerste aanvalsgolf bereikte niettegenstaande het vuur der verdedigers, de
overdekte loopgraven, maar de overdekking kon niet opgeruimd" worden
en the loopholes continued to spit fire. Toen het eindelijk gelukte aan
enkelen de dekkingen te openen ontstond een ondergrondsche strijd. De
volgende golven namen na een langdurig gevecht de loopgraven. Om 5.47
waren het 3e en 4e bataljon in het bezit daarvan en enkele minuten later
konden deelen van het 2e bataljon over de rugweren heengaande, de vol
gende loopgraven zuiveren, gevolgd door de reserve compagniën van het
3e en 4e bataljon. Om 6.20 nam., kwam het reserve le bataljon naar voren,
om het bezit van de positie te verzekeren. Doch om 7 uur deden de Turken
een tegenaanval, die afgeslagen werd. Des nachts om 1.30 volgde een tweede
tegenaanval. Gedurende 7 volle uren volgde de eene tegenaanval op den
anderen, waarbij de aanwezigheid van vele Turksche krijgsgevangenen zeer
hinderlijk was voor de bewegingen der Engelschen. Deelen van het 12e
bataljon, de reserve van de 3e brigade le Austr. Div. werden ter versterking
gezonden. Den 8en en 9en duurde het gevecht voort, zonder dat de Turken
er in slaagden Lone Pine te herwinnen. Aan beide zijden waren zware ver
liezen geleden: een 1000 tal dooden van beide partijen werden uit de loop
graven gedragen. Hoeveel Turksche krachten door dien aanval gebonden
waren is niet na te gaan. Evenmin kan dat op gegeven worden omtrent
den aanval in den nacht van 67 Augustus van de 3e en le Light Horse
Brigades op Baby 600 en The Neck in vereeniging met de 2e Australian
Brigade. Deze aanval had geen succes, zoodat de troepen weer op hun
oude stellingen terugvielen.
Het geringe succes van beide frontale aanvallen moet in de eerste
plaats worden toegeschreven aan de geringe uitwerking van het artillerie
vuur. Er was te weinig artillerie voor een zoo uitgestrekt front. Er waren
geen houwitsers of loopgraafmortieren.
De aanval van den linkervleugel zou „by stages" vorderen. Twee co
lonnes zouden vasten voet moeten krijgen op den hoofdrug. Daaraan zou
echter „a double subsidary operation" vooraf moeten gaan. Zoo kwam
Hamilton tot de volgende groepeering.
1) Een rechter dekkende colonne zou Table Top nemen en andere
vijandelijke stellingen tusschen de Chailak Dere en de Salzi Beit. Hierdoor
zouden die ravijnen voor de aanvalscolonnes geopend worden.
2) Een linker dekkende colonne zou N. waarts marcheeren langs het
strand en dan den Damakjelik Bair of Djemalik Bair nemen, 1 K.M. N.
v. d. Table Top en hier verbinding zoeken met deelen van het IXe korps
geland bij Nebrunesi Point. Daardoor zou gelijktijdig de linker flank van de
linker aanvalscolonne gedekt worden tegen vijandelijke aanvallen uit de
Anaforta vallei, gedurende den aanval dier colonne door het Aghyl Dere
Ravijn.
3) De Rechter aanvalscolonne zou door de ravijnen der Chailak Dere en
Sazli Beit op den Chanak Bair een aanval doen.
4) De Linker aanvalscolonne zou door het Aghyl Dere ravijn oprukken
tegen hoogte 305 (Kodja Tsemen Tepe). De 2 hoofdcolonnes zouden dus
door 2 colonnes worden voorafgegaan, die een beveiligende taak hadden
en waardoor verband met de Suvla groep verkregen moest worden. Het
geheel stond onder bevel van den Major-General Godley commandant
van de N. Z. and A. Division.