75
Beschouwt men deze nachtelijke onderneming in haar geheel, dan
wordt sterk de indruk verwekt, dat behoudens de overvalling van enkele
posten, men bij het aanbreken van den dag nog niet aan de Turksche weer-
standslijn gekomen was.
Den 7en 's morgens was door de 10th Gurkha's (linker aanvalscolonne)
verband gebracht tusschen beide aanvalscolonnes, doordat zij om 6 uur v.m.
de Rhododendron Spur genomen hadden. De 5th en 6th Gurkha's naderden
om 7 uur v.m. den hoofdrug N. O. van Chanak Bair. Links ervan hadden de
14th Sikhs voeling met de 4e Austr. Brigade op de Z. waterscheiding v. d.
Asmak Dere. Deze brigade kreeg toen bevel om, onder achterlating van een
bataljon ter bezetting van genoemden rug, in vereeniging met het 14th Sikhs
den Kodja Tsjemen Dagh (305) te nemen. Uit de richting van Battle Ship
kregen echter de Turken versterkingen: Essad Pacha had den 6en 's avonds
met het oog op de Suvla landing de 9e Divisie bij Kajaltepe gealarmeerd
en in Noordelijke richting aangetrokken: „Als sie sich am frtihen Morgen
des 7 August von Siiden her dem Bergmassiv des Kodja Tsjemen Dagh na-
herte, kam die meldung, dasz englische Infanterie von Norden dorthin im
Aufstieg sei. Die ersten feindlichen. Schützen hatten schon die Kuppe erreicht,
als die vordersten Teile der Division noch den letzten Teil der Höhe erklom-
men." (L. v. S.) In den loop van den morgen van 7 Augustus werden deelen
van de 4e Turksche Divisie onder Djemik Bey aan het Hellasfront onttrokken
en naar den Kodja Tsjemen Dagh gezonden.
De Engelsche aanval kwam om 9 uur tot staan, niettegenstaande artillery
support was asked for and given. Die samenwerking schijnt dus niet van te
voren verzekerd te zijn geweest. Hamilton laat in het midden of dit scheeps
geschut is geweest of bergartillerie, van welke laatste iedere aanvalscolonne
nog geen volledige batterij ter beschikking had.
Om 9.30 v.m. werd een tweede aanval ondernomen tegen den Chanak
Bair, terwijl de artillerie „pounded the enemy moving along the Bttle Ship
Hills spurs". Doch ook deze aanval had geen succes. Twee bataljons (39e
Brigade) van de alg. reserve werden aangetrokken, terwijl een derde
ncodig was om de le Austr. Divisie bij Lone Pine te steunen.1)
Er kwam weinig verandering in den toestand. In den namiddag bezette
de rechter dekkende colonne den Table Top, Old No. 3 Post en Beauchop's
Hill met 2 Regiments Mounted Rifles, zoodat nog 2 bataljons en het
Maori Contingent in reserve waren.
De linker dekkende colonne bezette den Djemalik Bair. De opstelling
van de beide aanvalscolonnes is boven reeds beschreven.
De troepen, die uit de Anzacstellingen uitvallen hadden gedaan waren
teruggedreven naar hun uitgangspunten. Bij Lone Pine vooral waren hevige
aanvallen door de Turken gedaan. L. v. S. zegt van deze gevechten:
„Dies war die erste Krisis, welche in den Anaforta Kampfen iiberwunden
war."
Generaal Godley deed in den namiddag van 7 Augustus nadere ver
kenningen van den Sari Bair verrichten en vormde drie colonnes voor het
doen van een nieuwen aanval in den morgen van 8 Augustus.
Dat eene nieuwe groepeering mogelijk was bewijst, op zijn zachtst uit
gedrukt, weinig voor de hevigheid der gevechten.
Die groepeering was als volgt:
Rechter Colonne. Generaal Johnston.
26th Indian Mountain Battery (minus 1 sectie).
Auckland Mounted Rifles (N.Z.M.R.Br.).
New Zealand Inf. Brigade.
2 B.ons 13th Division (4th South Wales Bor
derers? en 5th B.ons Wiltshire Regt?
Maori contingent.
Midden en Linker Colonne. Generaal Cox.
21st Indian Mountain Battery (minus 1 sectie).
4th Australian Brigade.
Behoorden op 6 en 7 Au
gustus bij:
een der aanvalscolonnes.
R. d. col.
R. aanv. col.
Alg. Res.? L. d. col.?
R. d. col.
een der aanvalscolonnes.
L. aanv. col.
1) Omtrent het gebruik van de Divisie Reserve geeft Hamilton's rapport
geen enkele aanwjjzing.