80 duchten, zooals het aan de 34e Brigade was overkomen. De dag was begonnen en dus kon het landingspunt vooraf nader verkend worden. Men behoefde niet precies bij A te landen, doch wel daar ongeveer in de baai. Door nu bij C te landen, moesten deze bataljons een langeren weg maken om te komen op den linkervleugel der 11e Divisie en vervolgens op te rukken langs de Kirtch Tepe Sirt naar de Ejelmer baai. Nu zouden zij bovendien uit een minder gunstige richting in het gevecht komen. Ook was toen de opdracht voor generaal Hill al uitgegeven. Hij moest zich stellen onder de orders van den commandant der 11e Divisie. Mocht hij geen verbinding met dezen krijgen, dan moest hij advance and support the troops of the 11th Division on the left, until the arrival of his own Division General." De 6 bataljons van Hill (10e Divisie) kwamen dus voor C. waar er 5 ontscheept werden. Intusschen werd nu door de marine nabij A. een geschikt landingspunt ontdekt bij Ghazi Baba. Het 6e Bataljon (behoorende tot de 31e Brigade) werd daar aan land gebracht met 3 bataljons van de 30e Brigade der 10e Divisie, benevens het Divisie Pionier Bataljon uit Mudros aangekomen, waarbij zich de divisie commandant Mahon bevond. (Dit gebeurde in den voormiddag van 7 Augustus, doch het is ook mogelijk dat het bovenbedoelde bataljon van Hill er nog niet bij was en dat dit eerst tegen den morgen van 8 Augustus debarkeerde). De commandant der 10e Divisie had in opdracht van generaal Stopford over den Karakol Dagh en Kiritch Tepe Sirt door te dringen in de richting Ejelmar Baai en kon daartoe tevens beschikken over het reeds daarheen gezonden 11e Manchester Bataljon. Stopford hoopte, dat de gescheiden deelen van de 10e Divisie weer vereenigd zouden kunnen worden ongeveer )/2 mijl N. W. van Hill 10. Na zijn ontscheping bij C. ging generaal Hill zijn troepen vooruit, om met den commandant der 11e Divisie de maatregelen voor den aanval te bespreken. Hij ontmoette het eerst den commandant der 32e brigade, die ingevolge orders van den commandant der 11e divisie onder de bevelen van den commandant der 34e Brigade stond. Vervolgens ontmoette Hill om 8 uur v.m. den commandant der 11e Divisie in de nabijheid van Hill 10. Deze had juist van de 34e brigade bericht ontvangen, dat die niet verder kon. Het schijnt, dat de brigade commandant zich toen ook niet meer bij zijn brigade N. en O. van Hill 10 bevond, doch W. van die hoogte. Hill kreeg nu order om, zoodra zijn troepen geconcentreerd zouden zijn naar den N. W. hoek van het Salt Lake te marcheeren en van daar een aanval te doen op Chocolate Hill, met*' den rechtervleugel aangeleund aan het meer en den linker gedekt door de 32e en 34e Brigade, die op Ismail Oglu Tepe zouden aanrukken, onder vereenigd commando van den brigade generaal Sitwell, die de daarvoor noodige orders om 8.45 v.m. ontving bij hoogte 10. (Deze orders waren dus geheel afwijkend van die, welke Stopford aan Hill had mede gegeven. (Stopford was n.l. aan boord gebleven)- Om 8.55 v.m. gaf generaal Sitwell de noodige bevelen aan zijn 3 bataljons (het lie was in N. richting naar Kiretch Tepe gezonden), doch niet aan de 32e brigade. Wel gaf hij kort daarna aan 2 bataljons der 32e brigade eigener autoriteit, en tegenstrijdig met de bedoelingen van zijn commandant, bevel een loopgraaf te maken bij hoogte 10, blijkbaar een soort opname stelling in de oude, vervallen Engelsche reglementen van meer dan 10 jaar geleden voor den aanvaller voorgeschreven. Toen nu generaal Hill zich meldde, bleek, dat ongelijke orders gegeven waren. Volgens Generaal Hill zou nu Sitwell gezegd hebben, dat hij onmogelijk tot dien aanval kon medewerken, volgens Sitwell had deze enkel gezegd, slechts twee bataljons beschikbaar te kunnen stellen. Hoe het zij, Generaal Hill keerde terug naar het staf kwartier der 11e divisie bij Lala Baba en rapporteerde het „misverstand". De commandant der 32e Brigade was intusschen zwaar gewond en in stede van nu den opvolger het commando te laten, nam generaal Sitwell dit zelf bij zijn eigen brigade. Terwijl generaal Hill naar zijn batalions terug ging, wees Sitwell 2 bataljons van de 32e en 1 van de 34e brigade aan, om gereed te zijn, zoodra de bataljons van generaal Hill zouden komen. Deze ontmoette 3 zijner bataljons N. van Lala Baba. Deze batalions waren om 10 v.m. naar hoogte 10 over Lala Baba afgemarcheerd, doch kregen artillerievuur, wat verliezen veroorzaakte, terwijl de marsch bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 84