86 tien vijand, viel aan Engelsche zijde duidelijk op te maken, dat zijn verster kingen waren aangekomen en dat de kans verkeken was. Het gevecht bleef een heen en weer gaand karakter vertoonen, waarbij echter in den loop van den dag duidelijk bleek, dat de Engelschen niet verder konden komen. De omstandigheid, dat de 32e Brigade aanvankelijk weinig tegenstand ondervonden had, terwijl die juist in den loop van het gevecht sterker werd toen de bataljons, die een paar uur later kwamen, ingezet werden, vestigde bij Hamilton de overtuiging, dat een goede kans voorbijgegaan was. Had the complete division started at 4 a.m. on the 9th or better still, at 10 p.m. on the 8th they would have made good the whole of the heights in front of them. (De aanval van Kemal Bey begon op 9 Augustus's morgens). Opmerkelijk is het gebruik van Pioniertroepen: ingedeeld om de hoogten te versterken, namen zij als infanterie deel aan het gevecht. Ook had zich bij Hamilton blijkbaar nog steeds niet het begrip gevestigd, dat zwijgende batterijen nog geen doode batterijen zijn. De door hem ge zonden stafofficier seinde: „the absence of hostile gun fire" (8 Aug.). Hamilton suggereerde zich zelf, dat „the guns had evidently been moved back," doch moet natuurlijk op 9 Aug. weer spreken van „well-sustained artillery fire of the enemy (so silent the previous day)." Hamilton had uit de algemeene reserve de 53e divisie ontboden, die in den nacht van 8 op 9 en den 9en 's morgens ontscheepte (zonder artillerie, daar die in Engeland was aangehouden). Van de andere divisies was intusschen alle (alle medegenomen?) artillerie ontscheept en in vereeni- ging met het scheepsgeschut werden de Turksche stellingen onder vuur ge nomen. Doch de aanvallen der Engelschen werden door de steeds aanko mende Turksche versterkingen afgeslagen en dien avond groeven de aan vallers zich in op een lijn, loopend van de Asmak Dere over een heuvel O. van Chocolate Hill naar de stellingen van de 10e divisie bij Kiretch Tepe Sirt. De eerste 4 dagen kostten den Engelschen 400 officieren en 8000 man aan dooden en gewonden, hoofdzakelijk 9 en 10 Augustus). En geleidelijk maar zeker trad ook hier de loopgraaf op den voorgrond. XXIV. HET VERDER VERLOOP BIJ ANZAC EN SUVLA. A. Anzac op 9 en 10 Augustus. Het was dus het plan van Hamilton geweest, dat de Anzac groep in den nacht van 6 op 7 Augustus door een krachtigen aanval op den Kodja Tsjemen Dagh en omgevende hoogten de bewegingen der Suvla groep zouden vergemakkelijken. Met groot optimistisme had hij er op gerekend, dat de Chanak Bair om half drie 's nachts genomen zou zijn. De Suvla groep zou na de landing harerzijds de Anzac groep moeten steunen. Zooals minste dat schijnt zoo. In zfjn rapport zegt hij er niets van en verklaart enkel, dat hij dien nacht te Suvla was gebleven, omdat hjj er de voorkeur aan gaf de rechtgtreeksche telegrafische verbinding met het geheel te verliezen boven „to lose touoh with a corpse battle which seemed to be going wrong." Het vreemde is nu, dat op dien dag (9e) Stopford een schrijven ontving van den chef van den staf van Hamilton (generaal Braithway), aangevende dat van een heweging met 6 of 8 bataljons onder zfjn persoonlijke aanvoering over Ismail Oglu Tepe naar Anaforta Sagir, veel succes verwacht werd, hetgeen door Stopford als een order van den opperbevelhebber werd opgevat. Daar de verwarring, waarin de bataljons zich bevonden en de reeds geleden verliezen het uitvoeren van dien aanval met 6 of 8 bataljons niet toelieten, besloot Stopford het met de geheele 53e divisie en de 11e te doen op 10 Augustus. Over de leiding bjj het 9e korps op 7 en 8 Augustus laat Hamilton zich in zjjn daghoek aldus uit: „O, dacht ik bjj mijzelf, hoe dikwjjls hebben Lord (Roberts, en French en iedere aanvoerder die iets beteekende, te vechten gehad met datzelfde non possumus; die dagen van ouds, wanneer de halve over winning lag in de zedeljjke inspanning, welke mannen, bijna dood van honger, dorst en slapeloosheid voortdreef om er toch op los te gaan Een wreed ding dat geen genade kent; maar zoo is de oorlog. Was het niet Napoleon zelf, die van zjjn maarschalken zei, dat zjj altoos tien goede redenen konden vinden om een aanval uit te stellen tot den volgenden dag?" Stel tegenover Hamilton's geweeklaag het antwoord, ik meen, van French hij d. rgeljjke gelegei heid in Z. Afrika: „De redenen, die gjj opgeeft on niet te doen wat ik u gelast heb, zjjn de beste, die te vinden zjjn„Now go and do it!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 90