90 derde krisis in de Anaforta gevechten. Nadat het Turksche Gendarmerie Bataljon met twee stukken geschut (soort?) op 8 Augustus krachtiger was aangevallen, had L. v. S. op 10 Augusus eenige deelen van de 5e divisie en van de kustwachten bij Ejelmarbaai daarheen gezonden. Bij den aanval op 15 Augustus hadden de Enijelschen het succes den Kiretch Tepe te nemen. L. v. S. schatte de sterkte op 1 /2 divisie, wat, gelet op de verzwakking door geleden verliezen een juistse schatting kan genoemd worden. Het is merkwaardig, hoe het optreden der Engelschen niet wat de troep, maar wel wat de leiding betreft, als één voortdurende aarzeling te beschouwen telkens weer den verdediger zooveel tijd liet, dat, niet tegenstaande de groote afstanden en gebrekkige verbindingen, steeds zijn reserves op het kritieke moment beschikbaar waren. Van Kilia en Akbasch kwamen de uit Klein Azië aangetrokken bataljons aan. Door hun be pakking achter te laten1) gelukte het hen den kalen Kiretch Tepe tijdig te beklimmen, tegen den avond den vijand terug te drijven en de oude stellingen te herwinnen. Was deze aanval door de Engelschen een dag eerder ondernomen, dan hadden zij niet alleen den Kiretsch Tepe behouden, maar tevens de geheele Turksche opstelling overvleugeld. De kam van den Kiretch Tepe en de Z. O. hellingen beheerschen de geheele Anaforta vlakte. Van de O. hellingen zou een aanval over de dwars door het eiland loopende vlakte'in de richting van Akbasch ondernomen worden. Thans was ook dat gevaar voor de Turken geweken en was de Suvla landing uitgeloopen op verlenging van het Anzacfront. Liman von Sanders schrijft: „Wir alle hatten das Gefühl, dasz' die englischen Führer sich nach den verschiedenen am 6 August beginnenden Landunpen zu lange am Ufer aufgehalten haben, anstatt von jeder Landungs- stelle aus rücksichtslos vor zu stoszen." Na 15 Augustus werden naar Suvla de 29e Divisie van het Hellasfront, in trawlers overgebracht2) benevens de 2nd Mounted Division Yeomanry, en de reeds genoemde Australische Brigade van Birdwood. Op 15 Augustus werd generaal Stopford vervangen door Beauvoir de Lisle, een der divisie commandanten aan het Hellasfront. „Strong, clear leadership' had not been promptly enough applied," luidde Hamilton's oordeel. Drie dagen later werd generaal Sitwell ontslagen op een ongunstig rapport van generaal Hammersley over zijn bekwaamheden. Op 23 Aug. werd deze zelf van zijn commando over de 11e divisie ontheven wegens zijn leeftijd (57 jaar). „This is a young man's war" meende Kitchener „and we must have commanding officers who will take full advantage of oppor tunities which occur but seldom." Daar generaal de Lisle jonger in anciën niteit was dan generaal Mahon, commandant der 10e divisie, kon zijn benoeming maar tijdelijk zijn, zoodat Hamilton aan Kitchener voorstelde hem den tijdelijken rang van luitenant generaal te geven. Hamilton liet door zijn Chef van den Staf de nieuwe instructies voor den optredenden commandant der Suvlagroep uitreiken. Deze bevatten weinig belangrijke nieuwe gezichtspunten.3) Er werd de nadruk gelegd op de noodzakelijkheid het IXe korps weer tot activiteit te brengen en de orde te hersteilen. De Lisle beschikte over de 10e, 11e, 53e en 54e Divisie, totaal niet meer dan 30.000 geweren. Bij Anzac stond Birdwood met 25000 geweren en luit. generaal Davies, commandeerde op het Hellasfront 23000 geweren, waarbij nog 17000 Fran- schen kwamen. Op het Zuidfront bleven de Turken actief. Hamilton schat hen op 35000 man. Tegenover Anzac-Suvla stonden naar zijn meening 75000 man. Liman von Sanders geeft voor die dagen de volgende groepeering: Zuidfront (op 1200 M. Zuid van Krithia)2 Fransche en 3 Engelsche divisies tegenover Wehib Pacha met 5, later 4 divisies. 1) Voor de zooveelste maal bljjkt hier de noodzaak van een doelmatige lichte bepakking in bergterrein. 2) Merkwaardig, dat beide partjjen aan dit front versterkingen voor het andere onttrokken 3) Vreemd, dat Hamilton ze niet zelf uitreikte en besprak. Hy achtte het voldoende, dat hjj „had seen de Lisle on his way from Cape Hellas."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 94