91 Het Ari Burnu- of Anzacfront onder Essad Pacha was na de Suvla landing met een divisie naar het Zuiden verlengd, terwijl een gedetacheerde afdeeling bij den Kajaltepe tusschen beide fronten stond. De Anaforta of Suvla groep onder Mustafa Kemal verlengde den rechter vleugel van het Ari Burnu front en bestond uit 6 divisies: Turksche rechter vleugel Kiretch Tepe 11e Divisie, een 88 c.M. batterij en enkele H.w. van 15 c.M. R. Middenvak in de laagvlakte 12e Divisie. L. Middenvak van de omgeving v. d. 9e Divisie. Ismail Tepe tot de As- mak Dere Zuidvak van de Azmak Dere 3 Turksche divisies. tot de Ari Burnu groep Het artillerievuur werd vanaf den Ismail Tepe en den Kiretsch Tepe geleid. Daarbij gelukte het herhaaldelijk Engelsche transportschepen tot zinken te brengen. In de door een netversperring afgesloten Suvlabaai telden de Turken vaak 12 tot 15 schepen. Tegen deze opstelling, waaruit een geheel andere weerstand te ver wachten viel dan op 7 Augustus, ondernam op 21 Augustus de Lisle een aanval: de 53e en 54e divisies tegenover het front Kiretch Tepe Sulajik, terwijl de 29e Divisie en 11e Divisie den Ismail Oglu Tepe zouden bestormen. Reserve: 10e Divisie en 2e Mounted Division. Tegelijk zou Birdwood met zijn linkervleugel aanvallen. De overige deelen van het 9e korps waren nog niet in staat (had been too highly tried) om aan den aanval deel te nemen. Hierin lag weder de kiem der mislukking. Het waren hevige ontmoetingen, doch „on the afternoon of the 21st of August by some freak of nature Suvla Bay and plain were wrapped in a strange mist" terwijl Hamilton er juist op gerekend had, dat de dalende zon de oogen dei Turksche kanonniers zou verblinden! Hamilton wilde nu den aanval uitstellen, doch „for various reasons" was dit niet meer mogelijk. De artillerie voorbereiding van 2.303 nam. werkte weinig uit. De om 3 uur ingezette aanval had het succes, dat op verscheidene punten de Turksche loopgraven genomen, doch niet behouden konden worden en voor het aanbreken van den 22en waren de Engelschen weer op hun oude stellingen teruggevallen. De Turken hadden hun laatste reserves, waaronder cavalerie, in 't vuur moeten brengen. Had het geheele 9e korps aangegrepen, dan was het blaadje gekeerd! Gelijktijdig had Generaal Birdwood een aanval laten ondernemen door generaal Cox met een negental bataljons van verschillende brigades. Het werd het laatste eenigszins belangrijke feit in Augustus: de vermeestering van hoogte 60, een voorval, dat nog het meest zijn bekendheid ontleent aan de herinnering aan een gelijknamige hoogte op het front in Frankrijk, en minder aan het doel, dat aan dat gevecht ten grondslag heeft gelegen, namelijk het verbeteren van de verbinding tusschen de Suvla en de Anzac groepen. Tot dusver was daartoe alleen gelegenheid geweest langs een smalle kuststrook, die onder vuur gehouden werd van uit de Turksche stellingen op hoogte 60, vanwaar bijna de geheele vlakte van Anaforta bevuurd kon worden. Daartoe werden op 21 Augustus, na een inleidend artillerievuur de Turksche loopgraven ter weerszijden van die hoogte om 3 nam. aangevallen, door een 1500 man. Den geheelen dag en nacht duurde het gevecht in de loopgraven. Tusschen de beide aanvallende colonnes liep een rug van af hoogte 60 naar het westen, waardoor die afdeelingen gescheiden waren, tot den 22en om 10 v.m. een verbinding gegraven was. Verder kwam men echter niet en een nieuwe aanval, op 27 Augustus begonnen, was noodig om den top van de hoogte den 28en in handen der Britten te brengen. Behalve de vermeestering van een waterbron leverde dit geen verdere resultaten, de verbinding tusschen Anzac en Suvla, bijna een maand te laat bewerkstelligd, wierp geen practische resultaten voor het verder verloop af. Drie dagen na de Lisle's mislukten aanval kwam Kitchener's antwoord op Hamilton's voorstel, dezen den tijdelijken rang van luitenant-generaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 95