5 Wel verkreeg zij voor Russische handelsschepen vrije doorvaart. In 1807 drong een Engelsche vloot van 8 linieschepen met eenige fregatten, branders en kanonneerbooten tot Constantinopel door. Deze hadden onder admiraal Duckworth opdracht de Turksche vloot tot overgave te dwingen of anders Constantinopel te bombardeeren. De Moor- sche kasteelen waren niet in staat de vloot tegen te houden. Eenmaal voor -anker te Constantinopel, liet de admiraal zich door de listig en lang zaam onderhandelende Turken het voordeel van zijn verrassende binnen komst ontnemen. De zorg voor zijn drinkwater, voedsel en munitie deden hem bij gebrek aan steun van een landingsleger, het gevaar van zijn positie inzien, en met gunstigen wind en meeloopenden stroom terugkeeren naar de Aëgeïsche Zee. Echter hadden de Turken verscheidene kanonnen aangevoerd, en openden het vuur uit hun Middeleeuwsche stukken, die diaaibaar op houten beddingen gesteld, steenen kogels wierpen. Deze pri mitieve artillerie bleek krachtig genoeg om verscheidene der Engelsche schepen te treffen en ernstig te beschadigen. Zelfs vielen enkele dooden en gewonden. Deze ervaring droeg er natuurlijk niet weinig toe bij om den roep van onneembaarheid der Dardanellen sterk te verbreiden. In 1809 werd (vrede van Weenen) bepaald, dat zonder toestemming der Porte geen vreemde schepen de zeestraat binnendringen mochten. In den loop dei- jaren werden met verschillende rijken tractaten gesloten, waarvan bij het begin van den oorlog het resultaat was, dat alleen oorlogsschepen toe stemming noodig hadden; een toestemming, die in 1798 op 23 Dec. ook reeds eenmaal aan de Russische vloot verleend was. In 1829 blokkeerde die vloot den doorgang. Bij den vrede van Adrianopel aan het einde van den Griekschen vrij heidsoorlog, werd de Zwarte Zee geopend voor alle handelsschepen, terwijl in een geheim artikel van het bondgenootschappelijk verdrag van 1833 tusschen Rusland en Turkije door de Turken beloofd werd, dat onder geen voorwendsel toestemming aan vreemde oorlogsschepen zou verleend worden. In 1841 werd in een verdrag met Engeland, Rusland, Oostenrijk en Pruisen dit geheime artikel listig weer te niet gedaan. Tijdens den Krimoorlog liep een Engelsch-Fransche vloot de Dardanellen binnen en ankerde voor Galli- polli, waar tijdens dien oorlog een vereenigd Fransch-Engelsch leger lag (linie van Bulair). Alle operaties op de Zwarte Zeekusten en op den Donau hingen af van de beveiliging van de communicatielijn door de Dardanellen en deze konden niet beveiligd worden zonder dat het bezit van Gallipolli verzekerd was. (18531856). In den Russisch-Turkschen oorlog (1877 1878), toen de Russen in Januari '78 voor Constantinopel kwamen, werd een Engelsche vloot onder Hornbv den 12en Februari gedirigeerd op Con stantinopel, zonder vergunning af "te wachten en „if he was fired upon" zoo luidde de instuctie, „and his ships struck, to return the fire, but not to wait to silence the forts". Hornby lichtte met de Alexandra, Agincourt, Achilles, Swiftsure, Témeraire, Sultan en Salamis het anker op 13 Februari en verliet Besika' Baai 's morgens vroeg in een sneeuwstorm. Het was bekend, dat de forten verbeterd waren onder leiding van een Duitsch ingenieur Blum (genaamd Blum Pasha, 18641867), en bewapend met Armstrong en Krupp vuurmonden, terwijl mijnversperringen waren aange legd. Deze waren toen nog van primitieve constructie en niet zoo bijzonder gevaarlijk. De vloot had landingstroepen aan boord om de forten in den rug te kunnen aanvallen. De Turken lieten echter de schepen ongehinderd passeeren en zonder gevecht werd de Zee van Marmora bereikt. Hornbv verkeerde desalniet temin in eene benauwde positie. De Turksche commandant te Bulair was niet te vertrouwen. Ieder oogenblik konden de Russen daar de linie door broken hebben en het escader afsnijden. Het kwam echter niet tot een breuk tusschen Engeland en Rusland „and Hornby's naval demonstration undoubtedly strengthened the hands of British Government in the negotiations, which ended with the Treaty of Berlin", zegt John Buchan in Nelsons History of the War, doch in v. Freytag-Loringhoven's Die Fiihrung in den neuesten Kriegen I, lezen we ,,Es war in der Tat mehr der iibliche englische Bluff'. Bij het congres van Berlijn werd de bepaling van 1871 behouden, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 9