29 XI. HET LANDINGSLEGER. Voor de verdediging van Egypte tegen een Duitsch-Turkschen aanval op het Suez-kanaalwaren belangrijke troepen machten uit Indië aan getrokken: infanterie, bergartillerie en cavalerie, overgebracht van Karachi en Bombay alsmede de East Lancashire Territorial Division uit Engeland. Bovendien kwamen na begin December deelen van het Australian and New Zealand Army Corps, bij verkorting ANZAC genoemd, aan, die echter nog geoefend moesten worden. De Indische troepen, deels Moham medanen, deels ook niet Mohammedaansche Sikhs wilde men aanvankelijk niet tegen de Turken laten optreden.") De Turksche bedreiging van het Suezkanaal hield geruimen tijd de troepen gebonden in Egypte. Op 3 Fe bruari werd een aanval tusschen de Bittermeeren en Ismailla afgeslagen, met medewerking van Fransche wachtschepen3)- Eerst daarna had men de handen meer vrij, vooral toen de geoefendheid der jonge Australische korpsen voldoende was toegenomen. Beschikbaar gesteld voor Gallipoli werden nu: de 29e Divisie, waartoe de volgende Infanterie behoorde: de 86e Brigade: 2nd Royal Fuseliers 1st Lancashire Fuseliers 1st Royal Munster Fuseliers 1st Royal Dublin Fuseliers de 87 Brigade: 2nd South Wales Borderers 1st Kings Own Scottish Borderers 1st Royal Inniskilling Fuseliers 1st Borderer Regiment de 88e Brigade: 2nd Hampshire 4th Worcesters 1st Essex 5th Royal Scots de Royal Naval Division: 1st Naval Brigade Anson Battalion Howe Battalion Hood Battalion Collingwood Battalion, (kwam einde Mei), de 1st Australian Division: 1st (New South Wales) Brigade 1st, 2nd, 3rd, and 4th N. S. W. Battalions 2nd (Victoria) Brigade 5th, 6th, 7th, and 8th V. Battalions. 3rd Brigade 9th Queensland. 10th South Australian 11th West Australian and 12-th Tasmania Battalions, de Australian and New Zealand Division: 4th Brigade 13th N. S. Wales Battalion 14th Victoria Battalion 15the Composite Battalion 16the Composite Battalion 1) Danger more over, threatened not only from without hut also to some extent from within. (Callwell). Volgens Duitsche communiqué's zouden in Egypte herhaaldelijk botsingen tusschen Europeesche en Indische troepen plaatsgehad hebben. 2) Callwell noemt hen not too well adapted for encounteering the soldiers of the Caliph. Hamilton was zeer op de Ind. Br. gesteld, maar op zjjn aanvragen bewaarde Kitchener het zwijgen. 3) Toen was men wel genoodzaakt ook Indische troepen in hoofdzaak echter Sikhs tegen het leger van den Sultan in het vuur te brengen. Liman von Sanders zegt echter van hun optreden: „Die indischen Truppen auf feindlicher Seita hatten auch keina grosze Initiative bewiesen. Later werden ook Sikhs en Gurklias naar Gallipoli overgevoerd. Hamilton was over hun aanvallen zeer tevreden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 33