30 New Zealand Brigade Aukland Battalion Canterbury Battalion Wellington Battalion Otago Battalion. 1st Australian Ligt Horse Brigade 1st, 3rd and 4th light Hor.se. In Frankrijk was de legerleiding nog minder dan in Engeland genegen veel troepen af te staan: slechts 2 brigades namen aan de expeditie deel, Brigade coloniale mixte (4e en 6e coloniaux) en le Brigade metropolitaine (175e d'infanterie, Ier de Marche d'Afrique, samengesteld uit afdeelingen Zouaven, Sénégalezen, troepen uit Martinique en deelen van het Vreemde lingen Legioen), alles vormende de le divLsie. In totaal zeven divisies, met hulpwapens, waarvan de sterkte niet is na te gaan (o.a. een Escadron Surrey Yeomanry) genie en vliegafdeelingen, weinig artillerie, b.v. 4th Highland Mountain Brigade en Fransche artillerie 6.5 berg-, 7,5 en 15.5 c.M. lang. Een gedeelte der Engelsche bataljons waren op minder dan oorlogs sterkte toen zij vertrokken, de meeste paarden en artillerie werden in Egypte achter gelaten. De totale sterkte bedroeg aan officieren en manschappen nog geen 100.000 man. De 29ste Divisie bestond voor het hoofddeel wel is waar uit oud gedienden uit Indië, doch was nooit in groot verband geoefend. De Australische korpsen waren eerst kort geleden opgericht, evenals de Naval Brigade, welke geen artillerie bezat. De Fransche troepen waren „a special effort of the North African depots", dus eveneens jonge troepen. Ook heeft Frankrijk nog kort na den aanvang een 2e divisie aan de actie doen deel nemen, bestaande uit 2 brigades: n.l. 3e Brig. Metropolitaine (176me Regt. en 2e Regt. Zouaves) en een Brig. Coloniale mixte (7e en 8e Regt. Inf. Coloniale), terwijl 2 regimenten Chasseurs d'Afrique in Alexandrië waren achter gelaten. XII. IPE GEGEVENS OMTRENT DEN VIJAND. Het Departement van oorlog seinde op 1 Maart aan den Generalen Staf in Indië1), dat in Europeesch Turkije (met inbegrip van Qallipoli) 9 divisies lagen, totaal 120.000 man. In den Kaukasus 17 divisies, totaal 190.000 man, in Syrië en Palestina 5 divisies (70.000 man), in Mesopothamie de nieuwe 4e divisie en misschien de 6e reserve divisie in den Kaukasus. Na de landing seinde Hamilton op 30 April aan Kitcheher: |De Turksche troepen zijn: 2e, 7e, 8e en 9e divisie van het 3e leger, Pamirdivisie van 3e res. legerkorps en een deel van de 5e divisie van het 2e leger, (stel 44000 man). Waarschijnlijk op het schiereiland de 10 en 11e div. en misschien de 44e en 58e regimenten, (stel 26.000). Niet op het schiereiland, maar dicht bij de hand, deelen van het 6e leger, (stel 20.000). Verder seinde hij, dat het onmogelijk was het aantrekken van verster kingen tegen te gaan en dat ook over zee versterkingen te Gallipoli aan kwamen, maar dat nu 2 onderzeeërs daarheen gezonden waren. (Op 17 April had de E-15 een verkenning gemaakt, doch was op een rots gestooten en was daarna op het strand gezet bij Chephez. De op zoek uitgezonden E-6 werd evenals twee motorbooten door artillerievuur afgewezen). Sir Ian Hamilton maakte zoo goed en zoo kwaad als het ging een persoonlijke verkenning langs de kust. Van boord was te zien, dat de lan dingsplaatsen versterkt waren, zonder dat natuurlijk de geheele uitgestrekt heid der versterkingen, noch de sterkte der bezetting konden worden be paald. Men wist nu echter, dat de vijand op een landing rekende. Half April herhaalde H. de verkenning a. b. van de Queen Elisabeth. Hooger staande, kon hij nu een beteren kijk op het terrein krijgen. Na afloop dier ver kenning seinde hij aan K. „We hope to get ashore without to great losses." 1) Er was toen nog geen afzonderlijk Exp. Korps ingedeeld en de troepen in Egypte stonden toen onder het algemeen Indisch Commando. Dit telegram had dan ook niet speciaal op de Dardanellen betrekking, maar sloeg »p het optreden van Turkye in alle deelen van dat rjjk,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1922 | | pagina 34